ECLI:NL:RBDOR:2009:BH6437

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
12 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
227359 HA VERZ 09-1
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om goedkeuring afwijkend huurbeding na buitengerechtelijke vernietiging

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tandem Retail B.V. een verzoek ingediend bij de Rechtbank Dordrecht, sector kanton, om goedkeuring van afwijkende huurbedingen in een huurovereenkomst. De verwerende partij, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee vennoten, heeft deze afwijkende bedingen echter buitengerechtelijk vernietigd. De rechtbank heeft op 12 maart 2009 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de verwerende partij heeft in het verleden huurovereenkomsten gesloten met de rechtsvoorganger van verzoekende partij. Op 30 januari 2009 heeft de verwerende partij de afwijkende bedingen uit de huurovereenkomsten buitengerechtelijk vernietigd. Verzoekende partij heeft vervolgens op basis van artikel 7:291 lid 3 BW goedkeuring van deze bedingen verzocht, met een verzoek om veroordeling van de verwerende partij in de kosten van het geding.

De verwerende partij heeft als verweer aangevoerd dat verzoekende partij niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat de afwijkende bedingen zijn vernietigd. De rechtbank heeft dit verweer gehonoreerd en vastgesteld dat de vernietiging terugwerkt tot het moment van de rechtshandeling, waardoor de bedingen geacht worden nooit te hebben bestaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekende partij niet-ontvankelijk is in haar verzoek, en dat het geschil over misbruik van bevoegdheid in een aparte procedure behandeld moet worden.

De beslissing is genomen door kantonrechter mr. B.C. Vink en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 maart 2009, in aanwezigheid van de griffier. De locatie van de zitting was Gorinchem.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Gorinchem
kenmerk: 227359 HA VERZ 09-1
beschikking van de kantonrechter te Gorinchem van 12 maart 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tandem Retail B.V.,
gevestigd te Maastricht,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. L.J.H. Hoven-Kohl,
en
1. de vennootschap onder firma [naam] V.O.F.,
h.o.d.n. [naam],
gevestigd te [adres],
2. [naam],
in zijn hoedanigheid van vennoot van verweerster sub 1,
wonende te [adres],
3. [naam],
in zijn hoedanigheid van vennoot van verweerster sub 1,
wonende te [adres],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. J. Sterk en mr. P.H. Huth.
Verloop van de procedure
De kantonrechter beslist op de volgende processtukken:
1. het verzoekschrift dat ter griffie is binnengekomen op 14 januari 2009;
2. het verweerschrift;
3. de overgelegde producties;
4. de handgeschreven aantekeningen van de griffier, opgemaakt tijdens de mondelinge behandeling op 12 maart 2009.
Verzoek en de beoordeling daarvan
1. De feiten
1.1 Verwerende partij heeft met de rechtsvoorganger van verzoekende partij op 24 juni 1999 en op 7 januari 2000 een huurovereenkomst gesloten betreffende de verhuur door verzoekende partij aan verwerende partij van de bedrijfsruimte gelegen aan de [adres].
1.2 Per 1 mei 2005 is verzoekende partij in de plaats getreden van de vorige verhuurder.
1.3 Partijen hebben op 17 april 2006 een franchiseovereenkomst gesloten.
1.4 Artikel 2 van de huurovereenkomst d.d. 24 juni 1999 bevat het navolgende beding, dat afwijkt van hetgeen in het Burgerlijk Wetboek is bepaald:
“3) Indien op enig moment de tussen partijen gesloten franchiseovereenkomst, om welke reden dan ook, (tussentijds) zal worden beëindigd, dan zal daarmee tevens de onderhavige huurovereenkomst ontbonden zijn, zonder gerechtelijke tussenkomst en/of verdere sommatie(s).”
1.5 De huurovereenkomst d.d. 7 januari 2000 bevat het navolgende van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek afwijkende huurbeding:
“3.6. Indien op enig moment de tussen partijen gesloten franchiseovereenkomst, om welke reden dan ook, (tussentijds) zal worden beëindigd, dan zal daarmee tevens de onderhavige huurovereenkomst ontbonden zijn, zonder gerechtelijke tussenkomst en/of sommatie(s).”
1.6 Bij brief van 30 januari 2009 aan de gemachtigde van verzoekende partij heeft verwerende partij voornoemde bedingen buitengerechtelijk vernietigd.
2. Het verzoek
Verzoekende partij verzoekt op de voet van artikel 7:291 lid 3 BW goedkeuring van de onder 1.4 en 1.5 vermelde bedingen, met veroordeling van verwerende partij in de kosten van het geding.
3. Het verweer
3.1 Het primaire verweer van verwerende partij strekt tot het niet-ontvankelijk verklaren van verzoekende partij c.q. tot afwijzing van het verzoek op de grond dat de afwijkende bedingen bij brief van 30 januari 2009 buitengerechtelijk zijn vernietigd, waardoor de bedingen geacht worden nooit te zijn overeengekomen.
3.2 Subsidiair voert verwerende partij aan dat een eenzijdig verzoek gedurende de looptijd van de huurovereenkomst vrijwel onmogelijk is.
4. Beoordeling
4.1 Het primaire verweer treft doel. Vaststaat dat (de gemachtigde van) verzoekende partij de brief van 30 januari 2009, waarin verwerende partij de afwijkende bedingen buitengerechtelijk vernietigt, heeft ontvangen. Op de voet van artikel 3:53 lid 1 BW werkt de vernietiging terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht. De bedingen worden derhalve geacht nooit te hebben bestaan, zodat verzoekende partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek.
4.2 In het kader van de onderhavige procedure is geen plaats voor de beoordeling van het standpunt van verzoekende partij dat verwerende partij misbruik maakt van haar bevoegdheid door de afwijkende bedingen eerst na indiening van het verzoekschrift expliciet te vernietigen. Dat geschilpunt dient in een afzonderlijke procedure aan de orde te worden gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
verklaart verzoekende partij niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2009, in aanwezigheid van de griffier.