ECLI:NL:RBDOR:2009:BJ8222

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
17 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-510291-08
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroving van taxichauffeur en passagiers met geweld en vuurwapens op de A27 bij Gorinchem

Op 17 september 2009 heeft de Rechtbank Dordrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het beroven van een taxichauffeur en zijn passagiers op de Rijksweg A27 bij Gorinchem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte de taxi hebben gevolgd vanaf luchthaven Zaventem en deze tot stoppen hebben gedwongen door zich voor te doen als politieambtenaren. Tijdens de beroving heeft de verdachte meerdere keren op de taxichauffeur geschoten, waardoor deze in zijn been werd geraakt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.

De rechtbank heeft de bewijsvoering grondig beoordeeld, waarbij onder andere de aangetroffen vingerafdrukken op de gestolen taxi en de historische gegevens van de mobiele telefoons van de verdachte en zijn medeverdachte zijn meegenomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte nauw samenwerkten bij het plegen van de beroving, wat blijkt uit de communicatie tussen hen en de gelijktijdige aanwezigheid van hun mobiele telefoons in de buurt van de plaats delict. De rechtbank heeft de verweren van de verdediging verworpen, waaronder de twijfels over de betrouwbaarheid van de vingerafdrukken en de GSM-gegevens.

De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten, de eerdere veroordelingen van de verdachte en zijn problematische achtergrond, waaronder schulden en alcoholproblematiek. Ondanks het verzoek van de verdediging om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, heeft de rechtbank besloten tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de ernst van het geweld dat is gebruikt tijdens de beroving. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld voor de feiten die hem ten laste zijn gelegd, met inbegrip van het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 11/510291-08 [Promis]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 september 2009
in de strafzaak tegen
[naam],
geboren in 1966,
wonende te [adres en woonplaats].
Raadsman mr. A. Apistola, advocaat te Zwijndrecht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 4 september 2009, waarbij de officier van justitie mr. D. van der Sluis, de verdachte en zijn raadsman hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: samen met een ander een taxichauffeur en zijn passagiers heeft beroofd
Feit 2: samen met een ander een vuurwapen en munitie (2 patronen, kaliber 9 mm) voorhanden heeft gehad
Feit 3: samen met een ander een pistool (Walther PPK), een revolver (Röhm Little Joe) en munitie (15 patronen kaliber 7,65 en 5 patronen .22 Long Rifle) voorhanden heeft gehad.
3 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen. Voor feit 1 en feit 2 baseert zij zich daarbij - naast de aangifte van [slachtoffer], de processen-verbaal van verhoor van de passagiers in de taxi en de bevindingen omtrent aangetroffen sporen op de plaats van de beroving en verwondingen van de taxichauffeur - met name op de historische gegevens van de mobiele telefoons van verdachte, zijn medeverdachte en de overige bij de beroving betrokken personen alsmede op de resultaten van een op de gestolen taxi aangetroffen vingerafdruk. Ten aanzien van de gegevens van de mobiele telefoon heeft daarbij te gelden dat - vanwege beperkingen in het tegelijkertijd kunnen verwerken van gegevens door zendmasten - vooral het totaalbeeld van de verplaatsing van de diverse telefoons redengevend is. Daarbij is geconstateerd dat de mobiele telefoon van verdachte zich gedurende de avond/nacht in dezelfde richting beweegt als de mobiele telefoons van de medeverdachte en de inzittenden van de taxi. Verder geeft het dossier geen steun voor de lezing dat er tijdens de beroving gebeld zou zijn met de telefoon van verdachte. Het onderzoek waarbij de op de auto aangetroffen vingerafdruk is vergeleken met vingerafdrukken van verdachte is door drie deskundigen verricht, welke onafhankelijk van elkaar tot een positieve vergelijking zijn gekomen. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een proces-verbaal. Er is voorts geen reden om aan te nemen dat er sprake zou zijn van een incompleet spoor. Voor feit 3 baseert de officier van justitie zich op de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachte en de resultaten van het aan de aangetroffen wapens verrichte technische onderzoek.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte is van oordeel dat de rechtbank ten aanzien van feit 1 en feit 2 niet tot een bewezenverklaring kan komen. De raadsman wijst daarbij op het volgende:
- het door het slachtoffer opgegeven signalement en leeftijd komen niet overeen met die van verdachte, terwijl verdachte bij de fotoconfrontatie ook niet door de taxichauffeur en de overige inzittenden van de taxi is herkend;
- het bij verdachte afgenomen DNA, het onderzoek met geurdoeken en diverse observaties hebben niet geresulteerd in een aanwijzing van betrokkenheid van verdachte bij de overval;
- de omstandigheid dat de mobiele telefoon van verdachte in de nabijheid van de plaats van de overval een zendmast heeft aangestraald, leidt niet zondermeer tot de conclusie dat verdachte bij die overval betrokken is;
- betwist wordt dat het telefoonnummer [mobiel nummer 1] bij verdachte in gebruik was;
- de omstandigheid dat verdachte, volgens de zendmastgegevens, op het tijdstip waarop de overval werd gepleegd intensief aan het bellen was, verhoudt zich niet met het scenario dat verdachte zich tegelijkertijd zou hebben bezig gehouden met het overvallen van de taxi;
- het gebruiken van paallocatiegegevens voor het bewijs is riskant, daar deze gegevens niet altijd accuraat zijn;
- uit verschillende elementen uit het tijdschema (locatie diverse mobiele telefoons, verklaringen betrokkenen) kan worden opgemaakt dat verdachte de taxi niet heeft gevolgd vanuit België;
- getuige [getuige 1] verklaart dat verdachte in de desbetreffende nacht goed dronken was. Reeds dat gegeven maakt het uitvoeren van een dergelijke bijzondere en
- kennelijk vooropgezette - diefstal onmogelijk;
- [getuige 1] heeft verdachte, noch de auto die nacht gezien in de buurt van Gorinchem;
- de verdediging heeft niet kunnen beschikken over de aangetroffen vingerafdruk en de onderzoeksbevindingen van de deskundigen, terwijl eerst een positief resultaat werd gekregen nadat de vingerafdruk voor de tweede keer werd ingezonden. Daar komt bij dat de aangetroffen vingerafdruk beïnvloed is door weersomstandigheden, gelet op het feit dat de auto in een sloot is geduwd en daar enige tijd heeft gestaan;
- de verklaringen van de passagiers van de taxi en aangever over gebeurtenissen ten tijde van de overval komen niet met elkaar overeen;
- de medeverdachte heeft in een brief aangegeven, zijn eerdere verklaring bij de politie onder invloed te hebben afgelegd.
De raadsman verzoekt de rechtbank daarom verdachte van deze feiten vrij te spreken.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 en 2
In de nacht van 6 op 7 augustus 2008 omstreeks 03.00 uur heeft op de Rijksweg A27 ter hoogte van Gorinchem een beroving plaatsgevonden van een Belgische taxichauffeur en de inzittenden van zijn auto. De chauffeur, [slachtoffer], verklaart hierover in zijn aangifte dat hij eerder die nacht bezig was met taxiwerkzaamheden in Brussel toen hij door zijn zoon werd gebeld met het verzoek om mensen vanaf Vliegveld Zaventem te vervoeren naar Amsterdam. Het ging om drie personen van Bulgaarse afkomst met drie koffers. Een man in een witte Opel Corsa met Nederlands kenteken gaf daarbij aan dat hij de koffers niet kwijt kon in zijn eigen auto. Aangever is omstreeks 01.00 uur - 01.15 uur vertrokken vanaf luchthaven Zaventem in zijn rode Nissan Primera, kenteken [KENTEKEN], en is gereden via Antwerpen, Breda en dan via de A27 in de richting van Utrecht/Amsterdam. De witte auto heeft daarbij de hele rit tot aan Gorinchem voor de taxi gereden. Aangever verklaart dat hij omstreeks 03.00 uur werd ingehaald door een kleine blauw/zwarte auto met zwaailichten op het dak. De auto sneed hem af waardoor hij naar de rechterzijde werd gedwongen. De auto bleef voor hem rijden met alarmlichten aan waardoor deze de taxi tot stilstand dwong. Uit de auto stapten twee personen met een vuurwapen in hun hand en met een baret op hun hoofd. De taxichauffeur werd door de bestuurder van de donkere auto aangeschreeuwd dat hij de auto moest verlaten, terwijl de bijrijder langs de taxi naar achteren liep. Aangever verklaart dat de bestuurder van de donkere auto vervolgens meerdere keren op zijn benen heeft geschoten, waarvan het tweede schot aangever in zijn rechterbeen heeft geraakt. Aangever ziet de schutter vervolgens in de taxi stappen en wegrijden. De auto met zwaailichten rijdt er achteraan. Een van de vrouwelijke inzittenden van de taxi
- [getuige 2] - verklaart dat het portier van haar vriend [getuige 3] werd opengedaan en dat deze toen gelijk een klap tegen zijn hoofd kreeg van een van de mannen. [getuige 3] zelf verklaart hierover dat hij klappen in zijn rug en buik kreeg. De derde passagier, [getuige 4], zegt dat [getuige 3] gestompt werd door de passagier van de donkere auto en zij verklaart voorts dat haar tas in de weggenomen auto was achtergebleven. Bij onderzoek in het ziekenhuis werd vastgesteld dat [slachtoffer] aan de voorzijde van zijn rechteronderbeen, net onder de knie een verwonding had met de kenmerken van een schotwond (ronde uiteinden en verbrande wondranden). Op aangeven van de taxichauffeur werd door de politie op de plaats van de beroving een onderzoek verricht. Daar werden op het gedeelte tussen de hectometerpalen 35.9 en 36.0 munitiedelen aangetroffen, namelijk een huls, 9 mm Luger en een gedeeltelijk vervormde huls, 9 mm Luger.
Later die ochtend is de weggenomen auto, met de voorzijde gedeeltelijk in een sloot, aangetroffen in Noordeloos. Bij het door de politie aan het voertuig verrichte onderzoek werd geconstateerd dat de bagage zich niet meer in de auto bevond. Voorts werd aan de bovenzijde van het linkerportier een vingerafdruk aangetroffen. Na toepassing van de meervoudige procedure van dactyloscopisch onderzoek door de Dienst IPOL, unit dactyloscopie & identificatie, is de aangetroffen vingerafdruk later geïdentificeerd als de rechter wijsvinger van verdachte. Een dergelijke identificatie betekent, aldus de uitslag van het dactyloscopisch onderzoek dat het spoor identiek is aan een afdruk van de geïdentificeerde en dit vanwege de eenmaligheid van vingerafdrukken van niemand anders afkomstig kan zijn. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte op enig moment het portier aan de bestuurderszijde van de gestolen auto heeft vastgepakt.
Analyse historische gegevens mobiele telefoons
Enige weken na de beroving is CIE informatie verstrekt waarbij - kort gezegd - verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte] in verband werden gebracht met de beroving waarbij de koffers van de passagiers van de taxi tientallen kilo's heroïne zouden bevatten. Naar aanleiding daarvan is ondermeer een analyse uitgevoerd op de historische gegevens van de telefoonnummers [mobiel nummer 1], [mobiel nummer 2] en [mobiel nummer 3].
Ten aanzien van het telefoonnummer [mobiel nummer 1] is het volgende vastgesteld:
- bij een doorzoeking in de woning van verdachte op 22 augustus 2008 is een notitie aangetroffen met het opschrift "[mobiel nummer 1] Hamza";
- bij raadpleging van het Blue View informatiesysteem in gebruik bij de politie blijkt dat verdachte in februari 2008 is aangehouden in Duitsland en toen gebruik maakte van het telefoonnummer [mobiel nummer 1];
- bij doorzoeking van de woning van verdachte op 22 september 2008 is een agenda aangetroffen met daarin de notitie "[mobiel nummer 1] Hamza Bas";
- Ter terechtzitting heeft verdachte - geconfronteerd met de zendmastgegevens van die avond/nacht van het telefoonnummer [mobiel nummer 1] - verklaard dat hij twee keer per week naar België reist en het dus mogelijk is dat zijn mobiele telefoon bij het toevalligerwijs passeren van de taxi dezelfde zendmast heeft aangestraald als de inzittenden van de taxi
De rechtbank leidt uit het vorenstaande af dat de mobiele telefoon met het nummer [mobiel nummer 1] toebehoort aan verdachte én dat hij er op de avond en de nacht van de beroving zelf gebruik van heeft gemaakt. De rechtbank verwerpt op grond hiervan het verweer dat de raadsman hierover heeft gevoerd.
Het telefoonnummer [mobiel nummer 2] is in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte]. [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 2] voornoemd hebben verklaard dat de GSM met het nummer [mobiel nummer 3] zich in de taxi bevond tijdens de rit van Brussel naar Amsterdam.
Uit de geanalyseerde gegevens van de voornoemde telefoonnummers en de verklaring van de taxichauffeur maakt de rechtbank het volgende op:
- De GSM van [medeverdachte] straalt tot 6 augustus 2008 21:56:05 uur een zendmast aan in Amsterdam;
- De GSM van verdachte straalt tot 6 augustus 2008, 22:12:05 uur een zendmast aan te Utrecht;
- Vanaf 6 augustus 2008, 22:12:01 uur stralen de GSM's van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] de volgende locaties aan:
[medeverdachte] 22:12:01 uur Broekdijk Oost Breukelen
[medeverdachte] 22:24:50 uur Buizerdlaan Nieuwegein
[medeverdachte] 22:26:42 uur Florijnburg Nieuwegein
[medeverdachte] 22:49:27 uur Sportlaan Almkerk
Bas 22:57:29 uur Ekelstraat Oosteind
[medeverdachte] 23:04:26 uur JF Kellyweg Ulvenhout
Bas 23:04:33 uur Strijbeekseweg Ulvenhout
- De GSM van verdachte straalt in de uren daarna tweemaal een paallocatie in België aan, namelijk Mechelen en Zaventem;
- Vanaf 7 augustus 2008, 02:49 uur straalt de GSM van medeverdachte [medeverdachte] onder meer de volgende locaties aan:
02:49 uur A58 PP Lage Aard Molenschot
03.05 uur Schelluinsestraat Gorinchem
03:19 uur Edisonweg Vianen
- Vanaf 7 augustus 2008, 02:49 uur straalt de GSM van verdachte de volgende locaties aan:
02:49 uur Seminarieweg Bavel
03:05 uur Tol Werkendam
03:11 uur Energieweg Meerkerk
03:13 t/m 03:19 uur Grotewaard Noordeloos
03:20 uur van Langeraadweg Giessenburg
03:31 uur Beneden Tiendweg Streefkerk
03:46 uur Haarsteeg Groot Ammers
08:35 uur Graadt van Roggenweg Utrecht
- Vanaf 7 augustus 2008, 02:45 uur straalt de GSM met nummer [mobiel nummer 3] de volgende locaties aan:
02:45 uur A16 - A58 KNP Galder (Breda)
02:49 uur A58 pp Lage Aard Molenschot
02:50 uur Seminarieweg Molenschot (Bavel)
03:09 t/m 04:09 uur Schelluinsestraat Gorinchem
- De Schelluinsestraat te Gorinchem is in de nabijheid van de plaats delict;
- Verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte] voeren samen om 03:05 uur een telefoongesprek dat 16 seconden duurt;
- [getuige 2] belt met de GSM met nummer [mobiel nummer 3] om 03:09 uur met de bestuurder van de witte Opel Corsa;
- De taxichauffeur heeft verklaard dat - nadat hij en de passagiers over de vangrail waren weggevlucht van de plaats van de beroving - hij hoorde dat één van de vrouwelijke passagiers een aantal keer belde en gebeld werd;
- Verdachte en zijn medeverdachte hebben in de avond/nacht van 6/7 augustus 2008 vele malen telefonisch contact met elkaar.
De rechtbank acht het op grond van de voornoemde bewijsmiddelen - in samenhang bezien - aannemelijk dat verdachte en zijn medeverdachte op de avond van 6 augustus 2008 naar België zijn gereden en bij de luchthaven Zaventem zijn geweest. Gelet op de omstandigheid dat de GSM's van zowel verdachte, zijn medeverdachte én een passagier in de taxi tot aan de plaats delict rond dezelfde tijdstippen dezelfde zendmasten aanstralen terwijl verdachte en zijn medeverdachte hun GSM zelf in gebruik hadden, acht de rechtbank voorts aannemelijk dat verdachte en zijn medeverdachte de taxi vanaf de luchthaven zijn gevolgd tot aan de plaats delict. De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat zijn aanwezigheid in de nabijheid van de taxi slechts zou berusten op toeval acht de rechtbank ongeloofwaardig nu, zoals hiervoor al is opgemerkt, verdachte gedurende een langere periode voorafgaande aan de beroving in de buurt van de taxi is geweest. De rechtbank vindt ook aannemelijk dat de beroving tussen 03:05 uur en 03:09 uur heeft plaatsgevonden nu het laatste gesprek tussen verdachte en zijn medeverdachte op het eerstgenoemde tijdstip heeft plaatsgevonden en het eerste gesprek na de beroving door één van de passagiers op het laatstgenoemde tijdstip. Uit de omstandigheid voorts dat de vingerafdruk van verdachte later is aangetroffen op de taxi en verdachte daar geen aannemelijke verklaring voor kan geven leidt de rechtbank tenslotte af dat het verdachte is geweest die samen met zijn medeverdachte - terwijl zij zich voordeden als politieagenten - de taxi tot stilstaan heeft gedwongen op de Rijksweg A27 en dat verdachte meerdere malen op de taxichauffeur heeft geschoten, terwijl zijn medeverdachte het geweld richtte op een van de passagiers. De taxichauffeur heeft immers verklaard dat de schutter even later is weggereden met de taxi terwijl voorts is geconstateerd dat het GSM-signaal van verdachte zich enkele minuten na de overval, gedurende enige tijd, op de locatie bevond waar de gestolen auto later die ochtend werd aangetroffen. Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank ook tot de conclusie dat er in de planning en uitvoering van de beroving tussen verdachte en zijn medeverdachte sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op het plegen van de beroving.
Verweren raadsman
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 en feit 2 een aantal omstandigheden en aannames opgesomd met betrekking tot het ontbreken van een positieve foto-identificatie, het ontbreken van een dna-match, het ontbreken van een positieve geurproef en de lichamelijke gesteldheid van verdachte, op grond waarvan betrokkenheid van verdachte bij de overval uitgesloten zou zijn. De rechtbank is van oordeel dat - gelet op de hiervoor opgesomde bewijsconstructie - deze gestelde feiten geen verdere bespreking behoeven nu deze - wat hier verder ook van zij - geen relevantie hebben voor enige in deze zaak te nemen beslissing.
Voor zover de raadsman van verdachte met zijn bezwaren met betrekking tot het gebruik van de aangetroffen vingerafdruk, de betrouwbaarheid daarvan ter discussie heeft willen stellen, overweegt de rechtbank het volgende. De aangetroffen vingerafdruk is onderzocht met de zogenaamde meervoudige procedure. Dit houdt in dat de vingerafdruk door 3 deskundigen onafhankelijk van elkaar is onderzocht en beoordeeld en de positieve identificatie voortvloeit uit een unaniem oordeel. De rechtbank heeft op grond hiervan geen redenen om te twijfelen aan de conclusie van de deskundigen. Bij twijfels over de betrouwbaarheid van de deskundigen en/of de onderzoeksresultaten had het op de weg van de raadsman gelegen de deskundigen op te roepen om een en ander te toetsen. De raadsman heeft hier geen gebruik van gemaakt. Verder is de rechtbank op grond van het dossier niet gebleken dat er sprake zou zijn van een onvolledig spoor, waarbij volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de weggenomen auto weliswaar deels in het water is aangetroffen maar dat de plaats waar de vingerafdruk is aangetroffen zich niet onder water bevond. De rechtbank verwerpt het verweer.
Feit 3
Evenals de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank het ten laste gelegde onder feit 3 wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie;
- Het proces-verbaal van aanhouding;
- Resultaten van het uitgevoerde technisch onderzoek op de aangetroffen wapens en munitie.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 07 augustus 2008 (op de openbare weg, de Rijksweg A27, ter hoogte van hectometerpaaltjes 35.9 en 36.0 te Gorinchem, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (personen)auto (merk: Nissan, type: Primera, kleur: rood, kenteken: RUB-939) en meerdere koffers (met inhoud) eneen tas, , geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken , welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte [slachtoffer] voornoemd één of meerdere malen heeft beschoten met een vuurwapen, als gevolg waarvan deze een in- en een uitschot in diens been heeft bekomen en verdachte's mededader [getuige 3] voornoemd meerdere malen heeft geslagen tegen diens hoofd en rug en buik
2.
op 07 augustus 2008 te Gorinchem tezamen en in vereniging met een ander , één of meerdere vuurwapens van categorie III, onder 1, in de vorm van een pistool of revolver en munitie van categorie III, te weten kogelpatronen (in elk geval 2 stuks) (kaliber 9 mm), in elk geval een vuurwapen en munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad;
3.
op 22 september 2008 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander meerdere vuurwapens van categorie III, onder 1, in de vorm van een pistool of revolver, te weten een pistool (merk: Walther, model/type PPK, kaliber 7,65 mm) en een revolver (merk: Röhm, model/type: Little Joe, (na ombouwing gewijzigd) kaliber .22) en munitie van categorie III, te weten meerdere kogelpatronen (15 stuks) (kaliber 7,65 mm) en meerdere kogelpatronnen (5 stuks) (kaliber .22 Long Rifle), voorhanden heeft gehad.
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
FEIT 1:
DIEFSTAL, VERGEZELD VAN GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK OM DIE DIEFSTAL GEMAKKELIJK TE MAKEN, TERWIJL HET FEIT WORDT GEPLEEGD DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN;
FEIT 2 EN 3 TELKENS:
MEDEPLEGEN VAN HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 26, EERSTE LID, WET WAPENS EN MUNITIE, MEERMALEN GEPLEEGD
.
6 De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 De strafoplegging
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht bij het opleggen van de straf in verband met feit 3 rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte sinds de overval voor zijn leven vreest hetgeen invloed heeft op de geestelijke toestand van verdachte en zijn gezin. Subsidiair - indien en voor zover de rechtbank komt tot het opleggen van een straf voor de feiten 1 en 2 - verzoekt de verdediging een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen. Uit de diverse rapportages is gebleken van problemen op verschillende gebieden. Een (deels) voorwaardelijke straf kan in dat kader voor verdachte een stok achter de deur zijn om deze problemen aan te pakken en zich te onthouden van het plegen van strafbare feiten. Verdachte is voor dit soort feiten min of meer als een first offender te beschouwen.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 7 augustus 2008 heeft een beroving van een taxichauffeur en zijn passagiers plaatsgevonden waarbij de taxi en de daarin aanwezige bagage - met daarin vermoedelijk een grote hoeveelheid heroïne - is weggenomen. Verdachte en zijn medeverdachte hebben zich daarbij voorgedaan als politieambtenaren (van een aanhoudingseenheid) door zwaailichten op hun auto te voeren en beiden een baret te dragen. Verdachte heeft bij het gebeuren meerdere malen op de taxichauffeur geschoten waarbij één van de kogels het been van de chauffeur heeft geraakt. De medeverdachte heeft één van de passagiers van de taxi een flink aantal klappen gegeven. Het spreekt voor zich dat een op deze manier uitgevoerde overval voor de slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring moet zijn geweest. Met name voor de taxichauffeur die verklaart dat verdachte het wapen op zijn borst richtte en hij dacht 'dat zijn laatste uurtje geslagen had'. Hierbij heeft verdachte kennelijk in het geheel niet stilgestaan. Het heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden om, ten koste van anderen, op deze manier snel aan geld, dan wel waardevolle goederen te komen. De rechtbank rekent het verdachte extra zwaar aan dat hij niet alleen een wapen bij zich had om de slachtoffers te dwingen de taxi te verlaten, maar ook daadwerkelijk op de taxichauffeur heeft geschoten terwijl daarvoor geen enkele aanleiding was.
Daarnaast hebben verdachte en zijn medeverdachte bij hun aanhouding op 22 september 2008 een tweetal wapens met de bijbehorende munitie voorhanden gehad in de auto waarin zij zijn aangehouden. Dit is zeer kwalijk, temeer nu de munitie zich in de onmiddellijke nabijheid van de wapens bevond en verdachte de wapens in zijn auto bij zich had.
Verdachte heeft een strafblad waarop een aantal eerdere veroordelingen staat in verband met geweldsdelicten en verboden wapenbezit. De reclassering heeft over verdachte gerapporteerd en signaleert dat er op meerdere gebieden problemen bestaan zoals schulden- en alcoholproblematiek en psychische klachten. De reclassering signaleert echter ook dat verdachte zeer ongemotiveerd is voor een verplicht reclasseringscontact. Hierin, maar ook in de ernst van de bewezenverklaarde feiten, ziet de rechtbank aanleiding om het verzoek van de raadsman om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte op te leggen, te passeren.
Gebruikelijk wordt voor een beroving waarbij zeer grof geweld wordt gebruikt een gevangenisstraf van 5 tot 6 jaar opgelegd. In de omstandigheid dat bij de beroving weliswaar een vuurwapen is gebruikt en daarmee ook is geschoten, maar de verwonding die daardoor is veroorzaakt een relatief lichte verwonding aan de benen van het slachtoffer betreft, ziet de rechtbank aanleiding de straf voor dit feit enigszins te matigen.
Uit de ressortelijke indicatiepunten ter zake van de Wet wapens en munitie volgt dat wanneer er sprake is van in het openbaar voorhanden hebben van een wapen van de categorie III en de munitie in de onmiddellijke nabijheid van het wapen aanwezig is - een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden kan worden opgelegd.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de officier van justitie in haar eis op passende wijze rekening gehouden met de hiervoor opgesomde omstandigheden zodat de rechtbank geen reden ziet om van deze eis af te wijken. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht.
8 Het beslag
8.1 De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat het bewezen verklaarde feit 3 is begaan met betrekking tot deze voorwerpen en deze voorwerpen verder van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
9 De wettelijke voorschriften
De opgelegde straf en maatregel berusten op de artikelen 36b, 36c, 36d, 47, 57, 310, 312 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
10
De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten;
1.00 STK pistool (zwart) Walther PPK
8.00 STK munitie (kl: geel), NNY, 7,65 mm
1.00 STK slagwapen (wapenstok)
7.00 STK munitie (kl: geel), NNY en GFL 7,65 mm.
- beveelt de gevangenneming van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Hello, voorzitter, mr. drs. E. van Schouten en
mr. K. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.Y. de Lange griffier en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 september 2009.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij op of omstreeks 07 augustus 2008 (op de openbare weg, de Rijksweg A27, ter hoogte van hectometerpaaltje(s) 35.8 en/of 35.9 en/of 36.0) te Gorinchem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (personen)auto (merk: Nissan, type: Primera, kleur: rood, kenteken: [kentkeken]) en/of één of meerdere koffer(s) (met inhoud) en/of een tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader(s) Gharmaoui voornoemd één of meerdere ma(a)l(en) heeft/hebben beschoten met een vuurwapen, als gevolg waarvan deze een in- en een uitschot in diens been heeft bekomen en/of verdachte en/of diens mededader(s) [getuige 3] voornoemd één of meerdere ma(a)l(en) heeft/hebben gestompt, althans geslagen tegen diens hoofd en/of borst en/of rug en/of buik, althans diens lichaam;
2.
hij op of omstreeks 07 augustus 2008 te Gorinchem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meerdere vuurwapen(s) van categorie III, onder 1, in de vorm van een pistool of revolver, te weten een pistool (merk: Luger) en/of munitie van categorie III, te weten één of meerdere kogelpatro(o)n(en) (in elk geval 2 stuks) (kaliber 9 mm), in elk geval een vuurwapen en/of munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 22 september 2008 te Utrecht en/of IJsselstein en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, één of meerdere vuurwapen(s) van categorie III, onder 1, in de vorm van een pistool of revolver, te weten een pistool (merk: Walther, model/type PPK, kaliber 7,65 mm) en/of een revolver (merk: Röhm, model/type: Little Joe, (na ombouwing gewijzigd) kaliber .22) en/of munitie van categorie III, te weten één of meerdere kogelpatro(o)n(en) (15 stuks) (kaliber 7,65 mm) en/of één of meerdere kogelpatron(o)n(en) (5 stuks) (kaliber .22 Long Rifle), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Parketnummer: 11/510291-08
Vonnis d.d. 17 september 2009