Uitspraak
RECHTBANK DORDRECHT
gemachtigde: mr. drs. R.W. Veldhuis, advocaat te ’s-Gravenhage.
Rechtbank Dordrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 18 december 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te [woonplaats], en de burgemeester van Dordrecht. De eiser had een aanvraag ingediend voor een exploitatievergunning voor horecaonderneming [A] te [woonplaats], welke op 22 december 2011 door de burgemeester werd afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd op 12 april 2012 ongegrond verklaard. Hierop diende eiser op 23 april 2012 een beroepschrift in tegen de beslissing van de burgemeester. Tijdens de zitting op 25 september 2012 werd echter vastgesteld dat de handtekening op het beroepschrift niet overeenkwam met de handtekening op de identiteitskaart van eiser. Eiser verklaarde dat hij twee verschillende handtekeningen had en dat mogelijk zijn boekhouder of een andere persoon het beroepschrift had ondertekend. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij iemand had gevolmachtigd om het beroepschrift in te dienen. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank overwoog bovendien dat, indien het beroep inhoudelijk was beoordeeld, het ook ongegrond zou zijn verklaard, verwijzend naar een andere uitspraak in een vergelijkbare zaak.