ECLI:NL:RBGEL:2013:2906

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 mei 2013
Publicatiedatum
9 september 2013
Zaaknummer
839109 - CV EXPL 12-3850
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldigheid van akte van cessie in luchtvaartzaak met vertraagde vlucht

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil tussen een eisende partij en Corendon Dutch Airlines B.V. over de rechtsgeldigheid van een akte van cessie. De eisende partij stelt dat zijn echtgenote en haar ouders hun vordering op Corendon rechtsgeldig aan hem hebben gecedeerd. De procedure begon met een tussenvonnis op 27 februari 2013, waarin de eisende partij werd uitgenodigd om bewijsstukken over te leggen. De eisende partij heeft vervolgens drie akten van cessie overgelegd, die zijn ondertekend door hemzelf en de cedenten. Corendon betwist de rechtsgeldigheid van deze akten, omdat zij onvoldoende informatie zouden bevatten over de vordering en de cedenten.

De kantonrechter heeft overwogen dat volgens de geldende rechtspraak een akte van cessie voldoende gegevens moet bevatten om vast te stellen dat deze is bedoeld voor de levering van de vordering. De rechter concludeert dat de akten van cessie voldoen aan de vereisten van artikel 3:84 lid 2 BW, omdat de akten zodanige gegevens bevatten dat de eisende partij redelijkerwijs kan begrijpen dat zij tot levering zijn bedoeld. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van de eisende partij op Corendon rechtsgeldig is overgedragen door zijn echtgenote en haar ouders.

Corendon heeft verder betwist dat de cedenten met de vertraagde vlucht hebben gereisd, maar de kantonrechter heeft vastgesteld dat dit niet is betwist en dat de cedenten inderdaad gebruik hebben gemaakt van de vlucht. De rechter wijst de vordering van de eisende partij toe en veroordeelt Corendon tot betaling van € 1.840,00, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Corendon wordt ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter M.P.C.J. van Bavel op 1 mei 2013.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 839109 \ CV EXPL 12-3850 \ 353 \ 471
uitspraak van 1 mei 2013
vonnis
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde [gemachtigde]
tegen
de besloten vennootschap
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd te Lijnden
gedaagde partij
gemachtigde mr. R.J.P. de Koning
Partijen worden hierna [eisende partij] en Corendon genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 februari 2013 en de daarin genoemde processtukken
- de akte aan de zijde van [eisende partij] met producties
- de antwoordakte aan de zijde van Corendon.

2.De verdere beoordeling van het geschil

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 27 februari 2013.
2.2.
In het tussenvonnis van 27 februari 2013 is [eisende partij] in de gelegenheid gesteld bij akte bewijsstukken over te leggen van de stelling dat zijn echtgenote en haar ouders hun vordering op Corendon rechtsgeldig aan hem hebben gecedeerd. Naar aanleiding van dit tussenvonnis heeft [eisende partij] drie op 31 mei 2012 gedateerde akten van cessie in het geding gebracht. De akten zijn alle mede ondertekend door [eisende partij] als cessionaris. Eén akte is mede ondertekend door de heer [X] als cedent. Eén akte is mede ondertekend door mevrouw [Y] als cedent. Eén akte is mede ondertekend door mevrouw [Z] als cedent.
2.3.
In artikel 1 van de drie akten is het volgende bepaalde.
Cedent cedeert aan cessionaris, die deze cessie aanvaardt, de vordering op Corendon Dutch Airlines. De vordering bedraagt een bedrag voor de compensatie, eventuele kosten van beslag, verbeurde boetes, wettelijke (handels)rente, buitengerechtelijke incassokosten en de eventuele kosten van een arbitrageprocedure.
2.4.
Corendon betwist in de eerste plaats dat de in het geding gebrachte akten van cessie rechtsgeldig zijn, omdat deze onvoldoende zijn bepaald. Het is volgens Corendon niet duidelijk hoe hoog de vordering is en wanneer deze vordering is ontstaan. Daarnaast stelt Corendon zich op het standpunt dat onduidelijk is wie degenen zijn die als cedent optreden. Van de als cedent optredende personen zijn geen kopieën van de identiteitsbewijzen en vliegtuigtickets overgelegd.
2.5.
De vraag die voor ligt is of is komen vast te staan dat de echtgenote van [eisende partij] en haar ouders hun vordering op Corendon rechtsgeldig aan [eisende partij] hebben overgedragen. De kantonrechter overweegt als volgt. Volgens vaste rechtspraak is het voldoende dat een akte van cessie zodanige gegevens bevat dat, eventueel in onderling verband en samenhang met andere akten of feiten, kan worden vastgesteld dat de akte is bestemd tot levering van de erin bedoelde vorderingen. Een redelijke, op de praktijk afgestemde uitleg van het vereiste van een akte voor de levering brengt mee dat voldoende is dat de verkrijger (hier: [eisende partij]) van de vordering redelijkerwijs uit de akte mag begrijpen dat zij tot levering is bedoeld. De akte behoeft niet de titel te vermelden. De over te dragen vordering moet overeenkomstig artikel 3:84 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) in voldoende mate door de akte worden bepaald. Dit vereiste moet niet strikt worden uitgelegd. Het houdt niet in dat de vordering in de akte zelf moet zijn geïndividualiseerd. Voldoende is dat de akte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat.
2.6.
Corendon heeft niet betwist dat personen die in de drie akten als cedent staan vermeld [eisende partij] echtgenote en haar ouders zijn. Met inachtneming van het onder 2.5. overwogene en gezien de inhoud van artikel 1 van de drie akten is de kantonrechter daarom van oordeel dat sprake is van een rechtsgeldige cessie aan [eisende partij] door zijn echtgenote en haar ouders van hun vordering op Corendon. De omstandigheid dat er geen afschriften van de identiteitsbewijzen en vliegtuigtickets van de cedenten over zijn gelegd, doet aan de rechtsgeldigheid van de cessie niet af.
2.7.
Corendon heeft in haar akte verder nog betwist dat de als cedent optredende personen met de vertraagde vlucht zijn meegegaan en dat zij ten aanzien van deze personen geen (subjectief) inhoudelijk verweer heeft kunnen voeren. De kantonrechter overweegt het volgende. Corendon heeft niet (eerder) betwist dat de echtgenote van [eisende partij] en haar ouders gebruik hebben gemaakt van de door Corendon met vertraging uitgevoerde vlucht onder vluchtnummer CND0401, terwijl in het tussenvonnis van 27 februari 2013 onder 2.1. is vastgesteld dat zowel [eisende partij] als zijn echtgenote en haar ouders een pakketreis hebben geboekt waarvan vlucht CND0401 van Corendon onderdeel uitmaakte. Gesteld noch gebleken is dat deze vaststelling onjuist is. Bovendien is niet betwist dat de cedenten [eisende partij] echtgenote en haar ouders zijn. Corendon kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, daarom niet worden gevolgd in haar standpunt dat zij ten aanzien van de cedenten geen verweer heeft kunnen voeren en dat de cedenten niet met de vertraagde vlucht zijn meegegaan. Derhalve kan niet gesteld worden gesteld dat Corendon in haar verdediging is geschaad.
2.8.
De slotsom is dat de verweren van Corendon falen. Nu niet is gebleken van feiten of omstandigheden die tot een andere conclusie kunnen leiden, zal de door [eisende partij] gevorderde hoofdsom van € 1.600,00 worden toegewezen.
2.9.
Vast staat dat Corendon in gebreke is gebleven een bedrag van € 1.600,00 aan [eisende partij] te betalen. [eisende partij] heeft dan ook recht op vergoeding van de wettelijke rente over dit bedrag. Corendon heeft geen verweer gevoerd tegen de door [eisende partij] gevorderde rente. Daarom zal deze rente overeenkomstig de vordering worden toegewezen.
2.10.
Voor de beoordeling van de gevorderde buitengerechtelijke kosten zal de kantonrechter het rapport Voorwerk II hanteren. Uit de producties bij de dagvaarding blijkt dat [eisende partij] zich onder meer in de brieven van 1 juni 2012, 3 juli 2012 en 2 augustus 2012 tot Correndon heeft gewend. Aannemelijk is daarom dat [eisende partij] buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten ad € 240,00 is in overeenstemming met de gebruikelijke tarieven en wordt daarom toegewezen.
2.11.
Corendon wordt in het ongelijk gesteld. Zij moet daarom de proceskosten dragen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt Corendon tot betaling aan [eisende partij] van een bedrag van € 1.840,00 (€ 1.600,00 hoofdsom en € 240,00 buitengerechtelijk kosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.600,00 vanaf 13 oktober 2011 tot aan de dag van volledige voldoening;
3.2.
veroordeelt Corendon in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eisende partij] begroot op € 101,64 aan dagvaardingskosten, € 207,00 aan griffierecht en € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde;
3.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.P.C.J. van Bavel en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2013.