In deze zaak heeft eiser, wonende te [Z], beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die op 10 december 2012 door de gemeente Nijmegen was opgelegd. De naheffingsaanslag, ter hoogte van € 54,26, was opgelegd omdat de bezoekersvergunning van eiser niet volledig zichtbaar was in zijn voertuig. Eiser had op die dag een parkeerkaartje gekocht en een bezoekersvergunning geplaatst, maar de geldigheidsduur van de vergunning was niet zichtbaar. De rechtbank Gelderland heeft op 7 november 2013 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de afgiftedatum van de bezoekersvergunning, 29 december 2011, zichtbaar was, en dat de vergunning enkel voor een geheel jaar wordt afgegeven. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de bezoekersvergunning ten tijde van de controle op 10 december 2012 geldig was. De rechtbank oordeelde dat de combinatie van de zichtbare afgiftedatum en het stempel van de gemeente Nijmegen voldoende was om te concluderen dat eiser geparkeerd had met een geldige bezoekersvergunning.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag, en gelastte dat de gemeente Nijmegen het door eiser betaalde griffierecht van € 44 vergoedt. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat er geen kosten waren gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 november 2013.