Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Procesverloop
2.Overwegingen
Artikel XVIII
3.Beslissing
7 november 2013
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 7 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de indexering van de energiebelastingtarieven per 1 januari 2013. Verzoekster, [X] N.V., heeft elektriciteit en aardgas geleverd en is in verband daarmee energiebelasting verschuldigd. De rechtbank moest beoordelen of de indexering van de tarieven, zoals genoemd in de artikelen 59 en 60 van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm), rechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat de wettelijke basis voor de indexering van de energiebelastingtarieven is gelegen in artikel 90 van de Wbm, dat verwijst naar de artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001). Deze artikelen zijn ook in 2013 nog van toepassing, waardoor de verwijzing in artikel 90 van de Wbm correct is. De rechtbank concludeerde dat het achterwege laten van de inflatiecorrectie voor de energiebelasting, zoals in de begroting van 2013 besloten, geen invloed heeft op de wettelijke basis voor de indexering van de energiebelastingtarieven. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en de beroepen ongegrond verklaard.