Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
ALLIANZ NEDERLAND N.V.,
1.De procedure
- het verzoekschrift,
- het verweerschrift,
- de brief met productie namens [verzoeker] van 27 september 2013,
- de mondelinge behandeling. Verschenen zijn: [verzoeker], mr. Demirtas voornoemd, [naam] (medewerker personenschade Allianz) en mr. Kragt voornoemd.
2.De feiten
LETSEL
- 2007: (voorgeschiedenis 1998 arthrose van de nek C6-7),
- 2007 (voorgeschiedenis: ernstige psychiatrische problematiek)
- 2007 ernstige psychiatrische en psychosociale problematiek
- 2007 chronische hoofdpijn vanuit de nek
- 2008 acute hevige rugpijn. HNP (hernia) tussen 4e en 5e lendenwervel
- 2008 depressieve klachten
- 2011 rheumatoide arthritis
- 2011 heftige pijn in de linkerarm, uitstralend vanuit de nek. Meerdere ruggenwervels zouden volgens de fysiotherapeut krom staan.
- 2011 verzoekt kennelijk om MRI van nek en rug: huisarts vindt deze niet nodig.
- 2012 het ons regarderende ongeval “alles is gekneusd”
- 2012 verzoek om kuurreis: volgens de rheumatoloog zou hij hierbij baat kunnen hebben.
3.Het verzoek en het verweer daartegen
4.De beoordeling
voldoendekan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst (artikel 1019z Rv). Daarbij zal de investering in tijd, geld en moeite die met de deelgeschilprocedure gepaard gaat moeten worden afgewogen tegen het belang van de vordering en de bijdrage die een beslissing aan de totstandkoming van een minnelijke regeling kan leveren. Daarbij wordt het volgende overwogen. Het antwoord op de vraag of tussen de thans aanwezige klachten en beperkingen van [verzoeker] causaal verband bestaat met het hem overkomen ongeval is niet aanstonds te geven. Tegenover de medische stukken van [verzoeker] waarin zulks wel wordt geconcludeerd heeft Allianz immers gemotiveerd en met stukken onderbouwd verweer gevoerd. Uit die stukken volgt dat [verzoeker] voor het ongeval bekend was met nek-, rug en schouderklachten en dat hij te kampen had met psychische klachten. Voor al deze klachten is hij onder (medische) behandeling geweest. [verzoeker] was ook voor het ongeval reeds aangewezen op huishoudelijk hulp; hij kreeg daarvoor aanvankelijk een PGB en in een later stadium was hij aangewezen op de hulp van vrienden en familie (zo heeft [verzoeker] gesteld). Hij genoot ook reeds een bijstandsuitkering en was ontheven van enige sollicitatieplicht in verband met zijn psychische problematiek. Tegen de achtergrond van die medische geschiedenis kan nu niet worden vastgesteld of de huidige klachten en beperkingen het gevolg zijn van het ongeval in maart 2012. Daarvoor is nader onderzoek door een deskundige vereist (en in zoverre faalt het subsidiaire gevoerde verweer van Allianz). De hierboven weergegeven belangenafweging brengt dan met zich meer dat in deze procedure geen deskundige zal worden benoemd. Dat geldt te meer omdat niet uitgesloten is dat meerdere deskundigenberichten nodig zullen zijn. Daarop strandt het gewijzigde verzoek onder 1.