In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 8 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van hennepkwekerij en witwassen. De verdachte, zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, werd beschuldigd van het opzettelijk telen van hennepplanten in de periode van 1 januari 2008 tot en met 4 juni 2012 in Zuilichem, gemeente Zaltbommel. Tijdens een doorzoeking op 3 juni 2012 in een kassencomplex werden ongeveer 8500 hennepplanten aangetroffen, evenals andere bewijsmaterialen die de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij bevestigden. De verdachte verklaarde dat hij de kwekerij zelf had ingericht en dat hij de hennepplanten teelde voor verkoop aan een medeverdachte.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk had gehandeld in strijd met de Opiumwet, aangezien hij een grote hoeveelheid hennepplanten had geteeld. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van witwassen, omdat hij geldbedragen die afkomstig waren uit de hennepteelt had omgezet en een auto had aangeschaft met deze middelen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte in de periode van 1 januari 2008 tot en met 4 juni 2012 meerdere geldbedragen afkomstig uit de hennepteelt had omgezet en dat hij een auto had witgewassen.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn leeftijd en gezondheid, en oordeelde dat de opgelegde straf passend was gezien de ernst van de feiten en de maatschappelijke risico's die verbonden zijn aan de handel in softdrugs. De uitspraak benadrukt de noodzaak om criminele activiteiten te bestraffen en de integriteit van de legale economie te beschermen.