In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 juni 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting [X] en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, over de rechtmatigheid van een informatiebeschikking. De eiseres, een stichting die zich bezighoudt met de handel in schaalmodellen van trucks en vrachtauto's, ontving op 11 april 2013 een informatiebeschikking van de Belastingdienst. Deze beschikking werd gehandhaafd na een uitspraak op bezwaar op 9 oktober 2013. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 1 mei 2014 ter zitting werd behandeld. Tijdens de zitting zijn zowel de eiseres als de verweerder vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de administratie van eiseres niet voldoet aan de eisen van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De rechtbank oordeelt dat de administratie niet op de juiste wijze is gevoerd, waardoor de rechten en verplichtingen van eiseres niet duidelijk blijken. De kasadministratie bevat bijvoorbeeld geen datums, wat essentieel is voor de controleerbaarheid. Bovendien is de privé-rekening van de bestuurder [A] niet opgenomen in de administratie, terwijl deze rekening voor zakelijke transacties wordt gebruikt.
De rechtbank heeft besloten geen termijn te stellen voor het voldoen aan de verplichtingen uit de informatiebeschikking, gezien de aard van de schending. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.