ECLI:NL:RBGEL:2014:564
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.W.C.A. Bruggeman
- S.W. van Osch-Leysma
- H.G. Eskes
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en terugvordering op basis van gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van de eiseres, die sinds 30 oktober 2001 een bijstandsuitkering ontving. De gemeente heeft de uitkering per 20 september 2005 ingetrokken en een bedrag van € 98.748,12 teruggevorderd wegens vermeende onterecht verstrekte bijstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente op basis van onderzoek heeft geconcludeerd dat de eiseres een gezamenlijke huishouding voerde met de eiser, zonder dit te melden aan de gemeente, wat in strijd is met de inlichtingenverplichting.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De eiser heeft verklaard dat hij vanaf 2005 bij de eiseres verbleef en dat hij financieel bijdroeg aan de kosten van de huishouding. De rechtbank heeft geoordeeld dat de onderzoeksbevindingen voldoende grond bieden om aan te nemen dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding, zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand (Wwb). De rechtbank heeft de beroepsgrond van de eiser dat hij een commerciële kostgangersrelatie had met de eiseres verworpen, evenals zijn stelling dat er ongeoorloofde druk was uitgeoefend om verklaringen te ondertekenen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van de onterecht betaalde bijstand rechtmatig waren. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van de gemeente in stand is gebleven. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.