ECLI:NL:RBGEL:2014:6471

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 oktober 2014
Publicatiedatum
14 oktober 2014
Zaaknummer
05/740162-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Apeldoorn
  • A. Troost
  • J. Schaap
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Behandeling van een zaak betreffende bezit en verspreiding van kinderpornografie en dierenpornografie

Op 14 oktober 2014 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal en dierenpornografie. De rechtbank oordeelde dat het bezit van dierenporno wel bewezen was, maar verklaarde de dagvaarding nietig voor wat betreft de beschuldigingen van verspreiding en aanbieding van kinderpornografische afbeeldingen. Dit gebeurde omdat de dagvaarding niet voldoende specifieke omschrijvingen bevatte van de ten laste gelegde feiten. De verdachte had in de periode van 13 november 2007 tot 9 oktober 2013 een groot aantal afbeeldingen en films in zijn bezit gehad, waarvan een deel als kinderpornografie werd gekwalificeerd. De rechtbank stelde vast dat de verdachte bekend had kinderpornografische afbeeldingen te hebben gedownload en deze als ruilmateriaal had aangeboden. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een werkstraf van 50 uur op, met inachtneming van de omstandigheden van de verdachte, die als first offender werd beschouwd. De rechtbank verklaarde de in beslag genomen computer verbeurd, omdat deze was gebruikt voor het plegen van de strafbare feiten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke en specifieke tenlasteleggingen in zaken van deze aard, en de rechtbank volgde de jurisprudentie van de Hoge Raad met betrekking tot de eisen aan de dagvaarding.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Zutphen
Team strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/740162-13
Uitspraak d.d. 14 oktober 2014
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboortedatum],
wonende te[adres].
Raadsman: mr. J. Vlug, advocaat te Deventer.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 maart 2014 en 30 september 2014.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 13 november 2007 tot 9 oktober 2013 in de
gemeente Zutphen, in elk geval in Nederland, één of meermalen 211.606 en/of
(aldus) een (groot) aantal, in elk geval een of meer afbeelding(en) (te weten
209.167 foto's en/of 2.349 films) en/of (een) gegevensdrager(s), te weten 5,
althans een of meer USB stick(s) (merk: Integral, Centraal Be, Medion, Emtec
en Apacer) en/of een laptop (merk Samsung) en/of een hard disk (merk
Transcend) en/of 2, althans een of meer cd-rom's, bevattende 211.606 en/of
(aldus) een (groot) aantal, in elk geval één of meer afbeeldingen, heeft
verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd
en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in
bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong van het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong van het lichaam van
een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of
de mond/tong van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) van een (ander) persoon door een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het door een dier likken en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen
en/of de billen en/of de borsten en/of een ander deel van het lichaam van een
persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in
een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte)
houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 september
2012 tot 9 oktober 2013 in de gemeente Zutphen, in elk geval in Nederland,
(telkens) (in totaal) 226, althans een aantal afbeeldingen, te weten foto's
en/of (een) gegevensdrager(s), te weten een usb stick (merk EMTEC) en/of een
laptop (merk Samsung) en/of een hard disk (merk Transcend), van (een) seksuele
gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken of schijnbaar
is/zijn betrokken, in zijn bezit heeft gehad en/of een of meerdere van die
afbeelding(en) heeft verworven of ingevoerd,
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens)
bestaat/bestaan uit een of meer dier(en) en een of meer perso(o)n(en) die
ontuchtige handelingen bij/met elkaar verrichten,
waaronder onder meer - zakelijk weergegeven-:
- foto 1, (blz 185 pv) Een afbeelding van een foto waarop het hoofd van een
vrouw te zien is. Ze zit onder het onderlijf van een paard. Dit paard heeft
een stijve penis. De vrouw heeft de stijve penis van het paard vast met haar
hand. De penis van het paard bevindt zich in de mond van deze vrouw.
en/of
- foto 2, (blz. 185) Een afbeelding van een foto van een vrouw. Zij zit onder
het onderlijf van het paard. Zij heeft de penis van het paard in haar hand.
Het paard is kennelijk zojuist klaargekomen want een vloeistof gelijkend op
sperma druipt langs haar gezicht en komt uit de penis van het paard.
en/of
- foto 3, (blz. 185) Een afbeelding van een foto van een naakt onderlijf van
een man. De man ligt op zijn rug en heeft zijn benen opgetrokken. Hij heeft
een stijve penis. Er staat een hond tussen zijn benen. De hond likt de man aan
zijn anus en aan zijn penis.
art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Naar aanleiding van verschillende meldingen van Microsoft over het plaatsen van beeldmateriaal, vermoedelijk kinderpornografie betreffend, op onder meer Skydrive en Picasaweb heeft met toestemming van verdachte op 8 oktober 2013 een onderzoek in zijn woning in Zutphen plaatsgevonden en zijn diverse digitale gegevensdragers door verdachte uitgeleverd [2] en in beslag genomen [3] .
Verdachte heeft bekend [4] via het internet kinderpornografische afbeeldingen te hebben gedownload. Verdachte heeft ook bekend de betreffende afbeeldingen bekeken te hebben en deze als ruilmateriaal te hebben aangeboden om tot de wereld van de kinderpornografie toe te treden. De politie heeft onder het materiaal van verdachte ook afbeeldingen aangetroffen van porno tussen mens en dier [5] .
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van beide aan verdachte ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat de ten laste gelegde periode voor wat betreft feit 1 dient te worden beperkt tot anderhalf jaar, namelijk de periode vanaf de datum van aanschaf van de computer door verdachte. Ter zitting heeft de officier van justitie zijn standpunt toegelicht. De verklaring van verdachte dat hij op internet is gaan zoeken naar foto’s van zijn kleinzoon in verband met vermeend seksueel misbruik, acht de officier niet aannemelijk geworden nu er uit het onderzoek geen aanwijzingen voor (het opnemen danwel fotograferen van) een dergelijk misbruik naar voren zijn gekomen.
Door de officier is onder meer aangevoerd dat de wijze van ten laste leggen voldoet aan de geldende jurisprudentie in het geval van een grootschalig karakter van het delict. De door de politie opgemaakte beschrijvingen, als weergegeven de collectiescan op pagina 175 e.v. van het proces-verbaal, zijn opgenomen in de tenlastelegging.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding partieel nietig moet worden verklaard voor wat betreft de bij feit 1 expliciet genoemde aantallen van 209.167 foto’s en 2.349 films. Ditzelfde heeft te gelden ten aanzien van de 226 afbeeldingen die genoemd staan in de dagvaarding onder feit 2. De reden daarvoor is dat de tenlastelegging en het onderliggende dossier onvoldoende duidelijkheid geven over op welke bestanden het openbaar ministerie precies doelt. Ook is onvoldoende duidelijk wat deze bestanden behelzen en waarom de conclusie gerechtvaardigd zou zijn dat het, wat betreft deze bestanden, om kinderporno gaat.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft een bewezenverklaring van de in de tenlastelegging omschreven bestanden. De raadsman merkt hierbij op dat het onder feit 1 om zeven omschreven afbeeldingen gaat en onder feit 2 om 3 omschreven afbeeldingen.
Ten aanzien van het verweer van verdachte dat hij de bestanden heeft verzameld en verspreid om de dader van het gepleegde misbruik ten aanzien van zijn kleinzoon te kunnen achterhalen, merkt de raadsman op dat in ieder geval vast is komen te staan dat de aangifte van seksueel misbruik van de kleinzoon dateert uit 2011. Dit verweer doet evenwel niet af aan de strafbaarheid van de feiten of de dader.
Beoordeling door de rechtbank
De steller van de tenlastelegging heeft er, voor wat betreft feit 1, voor gekozen om te volstaan met een aantal algemene omschrijvingen van seksuele gedragingen, zonder enige beschrijving van specifieke representatieve afbeeldingen. Aan de term 'afbeelding van een seksuele gedraging' in de zin van art. 240b, eerste lid, Sr komt op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toe. Zonder feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging voldoet de dagvaarding niet aan de in art. 261, eerste lid, Sv gestelde eis van opgave van het feit (vgl. HR 28 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ3710, NJ 2004/684). Er bestaat geen grond anders te oordelen in het geval de tenlastelegging betrekking heeft op meer afbeeldingen. Ingeval het gaat om een groot aantal afbeeldingen of indien, zoals in de onderhavige zaak, is tenlastegelegd dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het misdrijf, kan de steller van de tenlastelegging zich ingevolge de jurisprudentie van de Hoge Raad beperken tot de omschrijving van een selectie van (representatieve) afbeeldingen (vgl. HR 20 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1739, NJ 2012/147 en HR 24 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1497).
Nu onder feit 1 geen enkele afbeelding specifiek omschreven is, is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde nietig moet worden verklaard.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onder 2 tenlastegelegde verder uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Door de politie is het onder verdachte inbeslaggenomen beeldmateriaal [6] digitaal onderzocht en beoordeeld [7] . Van de aangetroffen afbeeldingen werden in totaal 226 afbeeldingen (foto’s) geclassificeerd als vallend onder de werkingssfeer van artikel 254a van het Wetboek van Strafrecht (porno tussen mens en dier).
Door de verbalisant is een specifieke beschrijving gegeven van 3 van dergelijke foto’s [8] .
De aangetroffen afbeeldingen zijn aangetroffen op de gegevensdragers USB EMTEC, Laptop Samsung en Hard disk Transcent in zonder speciale software door de gebruiker te benaderen en zichtbare bestanden [9] . Verdachte heeft verklaard dat de dierenporno op de externe harde schijf terecht gekomen is doordat hij zelf alles van het D-gedeelte van zijn notebook op de externe harde schijf overgezet heeft. Dit was om een back-up te maken, om zodoende te voorkomen dat hij gegevens kwijt zou raken. [10]
De rechtbank gaat er van uit dat verdachte opzettelijk de betreffende afbeeldingen in bezit had, nu deze gemakkelijk en direct benaderbaar waren voor hem en deze door verdachte bovendien bewust overgezet zijn op een andere gegevensdrager.
De rechtbank komt op basis van de hiervoor aangeduide bewijsmiddelen tot een bewezenverklaring van het onder 2 aan verdachte tenlastegelegd.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op of omstreeks
9 oktober 2013 in de gemeente Zutphen,
(in totaal) 226
afbeeldingen, te weten foto's
en/of (een) gegevensdrager(s), te weten een usb stick (merk EMTEC) en/of een
laptop (merk Samsung) en/of een hard disk (merk Transcend), van (een) seksuele
gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken of schijnbaar
is/zijn betrokken, in zijn bezit heeft gehad welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens)
bestaat/bestaan uit een of meer dier(en) en een of meer perso(o)n(en) die
ontuchtige handelingen bij/met elkaar verrichten,
waaronder onder meer - zakelijk weergegeven -:
- foto 1, (blz. 185 pv) Een afbeelding van een foto waarop het hoofd van een
vrouw te zien is. Ze zit onder het onderlijf van een paard. Dit paard heeft
een stijve penis. De vrouw heeft de stijve penis van het paard vast met haar
hand. De penis van het paard bevindt zich in de mond van deze vrouw.
en
- foto 2, (blz. 185) Een afbeelding van een foto van een vrouw. Zij zit onder
het onderlijf van het paard. Zij heeft de penis van het paard in haar hand.
Het paard is kennelijk zojuist klaargekomen want een vloeistof gelijkend op
sperma druipt langs haar gezicht en komt uit de penis van het paard.
en
- foto 3, (blz. 185) Een afbeelding van een foto van een naakt onderlijf van
een man. De man ligt op zijn rug en heeft zijn benen opgetrokken. Hij heeft
een stijve penis. Er staat een hond tussen zijn benen. De hond likt de man aan
zijn anus en aan zijn penis.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 2 bewezene levert het navolgende strafbare feit op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake van het door hem bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact ook als dit inhoudt een ambulante behandelverplichting. Als redengevend voor zijn eis heeft de officier onder meer aangevoerd dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het op ruime wijze downloaden, rubriceren en verspreiden van afbeeldingen, waaronder een groot aantal afbeeldingen met kinderporno van een zware categorie (seksueel binnendringen). Algemeen bekend is dat ten behoeve van de “markt” van de kinderpornografie kinderen seksueel worden geëxploiteerd en misbruikt door volwassenen. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan het in stand houden van die markt. Het advies van de reclassering om bij een schuldig bevinding van verdachte geen reclasseringscontact op te leggen, wordt door de officier te kort door de bocht geacht.
De officier heeft verder de verbeurdverklaring gevorderd van de onder verdachte in beslag genomen computer.
Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte geen relevant strafblad heeft en dat verdachte enkel tot het downloaden/verzamelen en verspreiden van afbeeldingen is overgegaan om daarmee de dader van het seksueel misbruik van zijn kleinzoon te achterhalen. Verdachte kan niet aan ander seksueel afwijkend gedrag worden gelinkt. Aangezien de reclassering begrijpelijkerwijze heeft vastgesteld dat een behandeling geen zin heeft in verband met het door verdachte gerechtvaardigd geachte delictgedrag en een behandeling niet zal bijdragen aan een gewenste gedragsverandering, kan worden volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf gelijk aan de tijd in voorarrest doorgebracht. Daarnaast zouden eventueel een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf kunnen worden opgelegd.
De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft verder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft om hem moverende redenen gedurende langere tijd via internet allerlei kinderpornografisch materiaal gedownload en verspreid in verband met naar zijn zeggen seksueel misbruik van zijn kleinzoon. Daarbij bevond zich ook een groot aantal afbeeldingen van ontuchtige handelingen tussen mens en dier (dierenpornografie). De strafbepaling betreffende dierenpornografie is gericht op het tegengaan van al dan niet gesuggereerd seksueel misbruik van dieren (via internet) en de exploitatie van dieren ten behoeve daarvan.
Nu de rechtbank enkel tot een veroordeling komt voor laatst vermeld feit, komt zij tot een heel andere strafmodaliteit dan de officier voor ogen stond. De rechtbank acht het opleggen van een werkstraf van 50 uur passend en geboden, temeer nu verdachte een first offender is.
De inbeslaggenomen computer, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 27, 33, 33a, 57 en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart de
dagvaarding nietig ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde;
 verklaart, zoals hiervoor overwogen,
bewezendat verdachte
het onder 2 tenlastegelegdeheeft begaan;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd,
en verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt de verdachte tot de navolgende
taakstraf, te weten:
een
werkstrafgedurende
50 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 25 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die werkstraf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in voorarrest doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: computer, merk Samsung, kleur zwart, ibn code: [code];

heft ophet - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mr. Van Apeldoorn, voorzitter, mr. Troost en mr. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
14 oktober 2014.
Mr. Troost voornoemd is buiten staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het stamproces-verbaal nr. DOS-12329 van de regiopolitie Oost-Nederland, Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme (TBKK), gedateerd 22 januari 2014, opgemaakt door de verbalisant brigadier[verbalisant](voor zover niet anders is vermeld).
2.Proces-verbaal ex artikel 551 van het Wetboek van Strafvordering, relaas en bevindingen verbalisanten, doorgenummerde dossierpag. 162 en 163
3.Kennisgeving van inbeslagneming, doorgenummerde dossierpag. 44 en 45
4.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 11 maart 2014
5.Proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed, doorgenummerd dossierpag. 184
6.Proces-verbaal ex artikel 551 van het Wetboek van Strafvordering, relaas en bevindingen verbalisanten, doorgenummerde dossierpag. 162 en 163 en kennisgeving van inbeslagneming, doorgenummerde dossierpag. 44 en 45
7.Proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed, relaas en bevindingen verbalisant Wormgoor, doorgenummerde dossierpag. 184, 185 en 186
8.Beschrijving foto 1, foto 2 en foto 3, doorgenummerde dossierpag. 185
9.Bijlage 1, doorgenummerde dossierpag. 187
10.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 11 maart 2014