Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 februari 2014
- de akte wijziging van eis van 10 april 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 10 april 2014.
2.De feiten
- Bouwhekken Plein 1944 (80 m x 60 m)
- Bouwhekken Scheidemakershof (30 m bij 50 m)
- 1 Schaftwagen
- Materiaal en opslag materiaal.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Kennelijk (onder meer dagvaarding onder 27) verwijt Zurich de gemeente onder meer dat zij heeft gehandeld in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt doordat zij gevaarzettend heeft gehandeld. Dit verwijt gaat echter niet op nu het niet de gemeente maar – wellicht – de Bouwcombinatie was die een gevaarlijke situatie in het leven geroepen heeft door daar hekken te plaatsen waarvan de betonvoeten niet goed stonden en/of die anderszins niet goed waren verankerd.
Daarop heeft Zurich ter zitting erkend dat de gemeente beperkte middelen heeft en prioriteiten moet stellen maar wijst zij erop dat er veelvuldig met elkaar om de tafel werd gezeten, dat er intensief overleg is gevoerd over onder meer de hekwerken en dat in die context de keuze van de gemeente merkwaardig is. De gemeente heeft daarover verklaard dat die overleggen gingen over bepaalde hekwerken, of die moesten worden voorzien van schermen en dergelijke.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)