ECLI:NL:RBGEL:2015:2250
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Disproportionele ziekenhuiskosten en de gevolgen van het DBC-declaratiesysteem
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, staat de vordering van de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. centraal. Achmea vordert betaling van ziekenhuiskosten die in rekening zijn gebracht aan een gedaagde partij na een consult op de polikliniek fibromyalgie van het ziekenhuis Rijnstate. De gedaagde partij heeft een bedrag van € 555,82 ontvangen, waarvan Achmea € 311,68 in rekening heeft gebracht ter zake van het eigen risico. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten voor het consult disproportioneel hoog zijn, maar dat deze kosten inherent zijn aan het DBC-declaratiesysteem dat door de overheid is ingevoerd. Dit systeem, dat sinds 2005 van kracht is, regelt de financiering van medische zorg op basis van diagnosebehandelingscombinaties (DBC-zorgproducten). De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij gehouden is het landelijk tarief voor het specialistenhonorarium van € 105,33 te voldoen, evenals de ziekenhuiskosten van € 447,85. De kantonrechter heeft de vordering van Achmea tot betaling van buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat de gedaagde partij niet voorafgaand aan het consult op de kosten is gewezen. Uiteindelijk is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 309,04, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de vervaldata van de zorgkostennota’s.