Uitspraak
26 januari 2015 en 30 maart 2015.
1.De inhoud van de tenlastelegging
fiksevuistslag van verdachte in het gezicht. [8] Verdachte heeft bij de KMar enkel verklaard dat de kopstoot raak was. Ook hij heeft niets verklaard over de kracht waarmee de kopstoot is gegeven. Ter zitting verklaart hij dat het geen stoot was die letsel kan hebben veroorzaakt. De neef van aangeefster heeft verklaard dat er nadien geen letsel bij aangeefster te zien was. Ook [getuige 2] van de beveiliging zag geen letsel. De militaire kamer concludeert hieruit dat noch uit de verklaringen, noch uit de gevolgen kan worden vastgesteld met welke kracht de kopstoot is gegeven en dus ook niet dat dit met zulke kracht was dat dit een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich bracht, noch dat verdachte willens en wetens de kans daarop heeft aanvaard.
3.Bewezenverklaring
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
geldboetevan
€ 500,-- (zegge vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien)dagen
hechtenis.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer];
benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Luitenant- kolonel mr. C.E.W. van de Sande, militair lid, in tegenwoordigheid van
mr. H.L. Miedema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 april 2014.