ECLI:NL:RBGEL:2015:3611
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst en wedertewerkstelling na samenwerkingsovereenkomst met payrollbedrijf
In deze zaak gaat het om de beëindiging van een arbeidsovereenkomst tussen een werknemer en een werkgever. De werknemer, die sinds 1 november 1999 in dienst was bij de werkgever, had op 23 mei 2005 een overeenkomst gesloten met een payrollbedrijf, Repay Payroll. De werkgever had in januari 2005 besloten om haar bedrijfsvoering te vereenvoudigen en had een samenwerkingsovereenkomst met Repay gesloten. De werknemer bleef echter feitelijk werkzaam bij de werkgever, ondanks de overeenkomst met Repay. De werkgever heeft de werknemer op 2 juni 2014 ontslagen, maar dit ontslag werd op 27 juni 2014 ingetrokken. De werknemer vorderde een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst met de werkgever nog steeds in stand was en dat zij recht had op doorbetaling van haar loon. De werkgever voerde aan dat de arbeidsovereenkomst was geëindigd door de overeenkomst met Repay.
De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de werkgever niet rechtsgeldig was beëindigd. De werkgever had de werknemer onvoldoende geïnformeerd over de gevolgen van de overeenkomst met Repay. De kantonrechter stelde vast dat de werkgeversverplichtingen van de werkgever weer herleefden na de beëindiging van de contractuele relatie met Repay. De vorderingen van de werknemer werden toegewezen, inclusief de betaling van loon en vakantiegeld, en de werkgever werd veroordeeld tot wedertewerkstelling van de werknemer in haar functie als assistent hoofd kassière.