Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[eiser sub 2],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
1.130,00(2,5 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Geregelde Veerdiensten Heerwaarden-Lith en de Gemeente Maasdriel. De kern van het geschil betreft de vraag of de aanleg van een steiger als een bouwwerk moet worden aangemerkt in de zin van de Woningwet en of hiervoor een bouwvergunning vereist was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de steiger niet voldoet aan de definitie van een bouwwerk zoals bedoeld in artikel 43 van de Woningwet (oud) in combinatie met het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Blib). De rechtbank oordeelt dat de steiger, gezien zijn fysieke omvang, niet vergelijkbaar is met de in de wet genoemde bouwwerken die vrijgesteld zijn van vergunningplicht.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de stichting niet heeft aangetoond dat zij de gemeente op de hoogte heeft gesteld van de feitelijke omvang van de steiger, die minder was dan in de aanvraag was vermeld. Hierdoor kan de gemeente niet worden verweten dat zij onterecht heeft gecommuniceerd dat een vergunning nodig was. De vorderingen van de stichting zijn afgewezen en de stichting is veroordeeld in de proceskosten van de gemeente, die zijn begroot op € 1.738,00.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen aanvragers van bouwvergunningen en de gemeente, en de noodzaak voor aanvragers om wijzigingen in hun plannen tijdig te melden.