ECLI:NL:RBGEL:2015:4212
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en toekenning van immateriële schadevergoeding na opname in psychiatrie
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had aanvankelijk geen recht op een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en zijn bezwaar tegen deze beslissing werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 12 maart 2015 is eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, verschenen, terwijl de verweerder vertegenwoordigd werd door mr. M.C. Hofmans-Lim. Na de zitting heeft verweerder op 16 maart 2015 het eerdere besluit ingetrokken en eiser alsnog een IVA-uitkering toegekend, inclusief vergoeding van proceskosten.
De rechtbank heeft overwogen dat het eerdere besluit onrechtmatig was en dat eiser recht heeft op schadevergoeding. Eiser heeft immateriële schadevergoeding verzocht, omdat hij als gevolg van de afwijzing van zijn WIA-uitkering een week in de psychiatrie is opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een causaal verband bestaat tussen de onrechtmatige besluitvorming en de verslechtering van de gezondheid van eiser. De rechtbank heeft de immateriële schadevergoeding vastgesteld op € 750,-, en verweerder veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente en proceskosten. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het besluit op bezwaar van 6 mei 2014 vernietigd. Verweerder dient ook het griffierecht te vergoeden.