ECLI:NL:RBGEL:2015:4277

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 juli 2015
Publicatiedatum
30 juni 2015
Zaaknummer
C-05-277812 - HA ZA 15-83
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en vrijwaringsincident in civiele procedure tussen eisers en Generali

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is op 1 juli 2015 vonnis gewezen in een incident. De zaak betreft een vordering van de eisers, die bestaan uit meerdere natuurlijke personen, tegen Generali Versicherung A.G. en een vennootschap naar Oostenrijks recht. De eisers vorderden dat de rechtbank zich bevoegd verklaarde in de procedure tegen de gedaagde sub 2, die woonplaats heeft in een ander land. Generali en de gedaagde sub 2 stelden dat de rechtbank zich onbevoegd moest verklaren. De rechtbank oordeelde dat de rechtsvordering in de hoofdzaak was ingesteld vóór 10 januari 2015 en dat de EEX-verordening nr. 44/2001 van toepassing was. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtsmacht was om de gedaagde sub 2 te vervolgen, omdat deze geen woonplaats in Nederland had. De vordering van de eisers werd afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten van het incident.

Daarnaast werd in het vrijwaringsincident door Generali verzocht om Radunion Radweltpokal Sankt Johann en Tourismusverband Sankt Johann in vrijwaring op te roepen. De rechtbank stemde in met deze vordering, omdat de gronden daarvoor aanwezig waren. De beslissing over de kosten van het incident werd aangehouden tot de hoofdzaak. De rechtbank bepaalde dat de zaak opnieuw op de rol zou komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van Generali op 12 augustus 2015. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.C.P. Giesen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/277812 / HA ZA 15-83
Vonnis in incident van 1 juli 2015
in de zaak van

1.[eiser in de hoofdzaak 1],

wonende te [woonplaats],
2.
[eiser in de hoofdzaak 2],
wonende te [woonplaats],
3.
[eiser in de hoofdzaak 3],
wonende te [woonplaats],
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in de incidenten,
advocaat mr. H.A. Kragt te Arnhem,
tegen
1. de vennootschap naar Oostenrijks recht
GENERALI VERSICHERUNG A.G.,
gevestigd te Wenen, [land],
2.
[gedaagde sub 2 in de hoofdzaak],
wonende te [woonplaats], [land],
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in de incidenten,
advocaat mr. G.C. Endedijk te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisers in de hoofdzaak]., Generali en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring en oproeping in vrijwaring van de zijde van Generali en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak]
- de conclusie van antwoord in de incidenten.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.

2.De beoordeling in het bevoegdheidsincident

2.1.
[gedaagde sub 2 in de hoofdzaak], die woonplaats heeft in [land], vordert dat de rechtbank zich in de procedure tegen hem onbevoegd verklaart. [eisers in de hoofdzaak]. voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
De rechtsvordering in de hoofdzaak is ingesteld vóór 10 januari 2015. Gelet op artikel 66 van de Herschikte EEX-verordening, nr. 1215/2012 dient de vraag of deze rechtbank rechtsmacht toekomt in de procedure tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] dan te worden beoordeeld aan de hand van de EEX-verordening, nr. 44/2001. Gelet op artikel 1 Rv kunnen de artikelen 1 tot en met 14 Rv in deze zaak dan geen toepassing vinden. Anders dan [eisers in de hoofdzaak]. aannemen kan derhalve niet worden teruggevallen op artikel 7 lid 1 Rv.
2.3.
[eisers in de hoofdzaak]. acht deze rechtbank bevoegd op basis van artikel 6 lid 1 van de EEX-verordening, welke bepaling erin voorziet dat in een zaak als de onderhavige waarin er meer dan één verweerder is, ter vermijding van tegenstrijdige beslissingen, een verweerder die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, in een andere lidstaat wordt opgeroepen voor het gerecht van de woonplaats van één van die andere verweerders. Medeverweerder Generali heeft echter geen woonplaats in Nederland. In de procedure tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] kan dan ook geen rechtsmacht worden aangenomen op basis van artikel 6 lid 1 EEX-verordening, zoals ook volgt uit het door [eisers in de hoofdzaak]. ingewonnen en aangehaalde advies van het T.M.C. Asser Instituut. Van een alternatieve grondslag voor rechtsmacht van deze rechtbank in de procedure tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] is niet gebleken. De vordering zal worden toegewezen.
2.4.
[eisers in de hoofdzaak]. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

3.De beoordeling in het vrijwaringsincident

3.1.
Generali, en in het geval de vordering in het bevoegdheidsincident niet zal worden toegewezen ook [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak], vorderen dat hen wordt toegestaan Radunion Radweltpokal Sankt Johann en Tourismusverband Sankt Johann in vrijwaring op te roepen. [eisers in de hoofdzaak]. refereert zich ter zake van de incidentele vordering aan het oordeel van de rechtbank, maar verzoekt tevens de hoofdzaak en de vrijwaring op de voet van artikel 215 Rv afzonderlijk te behandelen.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering kunnen dragen. Nu het bevoegdheidsincident zal worden toegewezen zal alleen Generali tot oproeping in vrijwaring worden toegelaten. De vraag of aanleiding bestaat in de hoofdzaak en de vrijwaring afzonderlijk te beslissen is eerst aan de orde indien ook de vrijwaringsprocedure aanhangig is. [eisers in de hoofdzaak]. kan zonodig alsdan een daartoe strekkende vordering instellen. Op het aanhangig worden van de vrijwaring kan niet worden vooruitgelopen.
3.3.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.

4.De beslissing

De rechtbank
in het bevoegdheidsincident
4.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak tegen [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] kennis te nemen,
4.2.
veroordeelt [eisers in de hoofdzaak]. in de kosten van het incident, aan de zijde van [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak] tot op heden begroot op € 452,00,
in het vrijwaringsincident
4.3.
staat toe dat Radunion Radweltpokal Sankt Johann en Tourismusverband Sankt Johann door Generali worden gedagvaard tegen de terechtzitting van
12 augustus 2015,
4.4.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
4.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
12 augustus 2015voor conclusie van antwoord aan de zijde van Generali.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.P. Giesen en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2015.