ECLI:NL:RBGEL:2015:4298
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoeding voor rollator op basis van Wet WIA na afwijzing door UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Amsterdam. Eiser had een aanvraag ingediend voor vergoeding van een rollator op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), maar deze aanvraag was door het UWV afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in de bijzondere situatie van eiser voldoende reden is om aan te nemen dat er geen sprake is van twee te onderscheiden voorzieningen, maar dat het hier gaat om één ondeelbare voorziening voor het woon-/werkverkeer. De rechtbank oordeelt dat de argumenten van het UWV, die stellen dat er sprake is van twee afzonderlijke voorzieningen, niet houdbaar zijn. Eiser had eerder al een driewielfiets ontvangen, maar deze bleek niet adequaat voor zijn vervoersbehoefte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de rollator, samen met de driewielfiets, als één samenhangende voorziening moet worden beschouwd, omdat dit het beste tegemoetkomt aan de vervoersbehoefte van eiser. De rechtbank heeft vervolgens zelf in de zaak voorzien en bepaald dat het UWV de kosten van de rollator van € 97 aan eiser moet vergoeden. Het beroep van eiser is gegrond verklaard en het bestreden besluit van het UWV is vernietigd.