ECLI:NL:RBGEL:2015:4355

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 juli 2015
Publicatiedatum
2 juli 2015
Zaaknummer
4079652
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van buschauffeur wegens mobiel bellen tijdens rijdienst

In deze zaak gaat het om de onterecht gegeven ontslag op staande voet aan een buschauffeur, [eisende partij], door de Hermes Groep N.V. De chauffeur, die sinds 1979 in dienst was, werd op 30 maart 2015 ontslagen na beschuldigingen van het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden. Dit volgde op een tweet van een reiziger die de chauffeur beschuldigde van bellen terwijl de bus reed. Hermes had kort voor het voorval een streng beleid ingevoerd tegen mobiel bellen tijdens het rijden, wat leidde tot ontslagen van andere chauffeurs in vergelijkbare situaties. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet onverwijld was gegeven, aangezien er vier dagen verstreken waren tussen de klacht en het ontslag. Bovendien werd vastgesteld dat het gebruik van camerabeelden om het gedrag van de chauffeur te verifiëren rechtmatig was, maar de rechter vond de sanctie van ontslag op staande voet te zwaar, gezien de omstandigheden zoals de lange diensttijd van de chauffeur, zijn leeftijd en het feit dat andere chauffeurs in vergelijkbare situaties niet op staande voet waren ontslagen. De rechter besloot dat het ontslag in een bodemprocedure waarschijnlijk niet stand zou houden en kende de loonvordering van de chauffeur toe.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 4079652 \ VV EXPL 15-112 \ 548
uitspraak van
vonnis in kort geding
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde mr. M.T.A. Lamers
tegen
de naamloze vennootschap
de Hermes Groep N.V.
gevestigd te Eindhoven
gedaagde partij
gemachtigde mr. W.M. Hes
Partijen worden hierna [eisende partij] en Hermes genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 mei 2015 met producties;
- de conclusie van antwoord in voorziening, met verwijzing naar producties bij het verzoekschrift voor zover vereist en overlegging USB-stick met daarop camerabeelden;
- de mondelinge behandeling van 12 juni 2015 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van [eisende partij] en de gemachtigde van Hermes;
- de mondelinge behandeling heeft gelijktijdig plaatsgevonden met de mondelinge
behandeling in de zaak tussen Hermes en [eisende partij] (4078427\HA VERZ 15-180) naar aanleiding van een door Hermes ingediend voorwaardelijk verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] (geboren op [dag en maand] 1954 en nu dus 60 jaar oud) is vanaf 6 april 1979, laatstelijk in de functie van buschauffeur, bij (de rechtsvoorganger van) Hermes, bedrijfsonderdeel van Connexxion, in dienst. Zijn laatstgenoten salaris bedraagt € 2.767,58 bruto per maand, exclusief emolumenten.
2.2.
Een reiziger plaatst op 26 maart 2015 de volgende tweet:
“Chauffeur van deze bus belde ook handheld rond halte Rijnhal! Ik zou bijna denken dat sommige chauffeurs ook ebt dom zijn!”, gevolgd door een tweede tweet: “voor de duidelijkheid: terwijl de bus reed.”
2.3.
Hermes confronteert [eisende partij] hiermee op 26 maart 2015. De klacht is hierbij op schrift aan [eisende partij] overhandigd. [eisende partij] verwerpt de beschuldiging. Hij verklaart dat het hem niet bij staat dat hij tijdens die rit niet handsfree heeft gebeld.
Hermes stelt [eisende partij] in de gelegenheid een schriftelijke toelichting te geven en schorst [eisende partij] per direct hangende het nader onderzoek dat Hermes wil doen.
2.4.
[eisende partij] stelt op 26 maart 2015 een schriftelijke reactie op:
“Geachte heer [persoon A],
In goede orde heb ik uw brief dd 26-03-2015 ontvangen.
Mij staat niet bij dat hetgeen u stelt is geschied, tijdens de rit waar u naar verwijst.
Ik verwerp dan ook hetgeen u mij van beschuldigd.
Hopend u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
[eisende partij]”
2.5.
Partijen spreken elkaar opnieuw op 30 maart 2015. Van de zijde van Hermes zijn aanwezig de heer [persoon A], rayonmanager Hermes, en mevrouw [persoon B], HR manager.
Tijdens dit gesprek wordt [eisende partij] vergezeld door de heer [persoon C], kaderlid van het FNV.
[eisende partij] overhandigt zijn schriftelijke reactie en hem wordt opnieuw gevraagd of het gestelde in de tweet juist is en om eerlijk antwoord te geven. Het gesprek wordt kort geschorst.
[eisende partij] komt vervolgens met een aangepaste schriftelijke reactie:
“Geachte heer [persoon A],
In goede orde heb ik uw brief dd 26-03-2015 ontvangen.
Mij staat niet bij dat hetgeen u stelt is geschied, tijdens de rit waar u naar verwijst.
Hopend u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
[eisende partij]”
Daarop worden [eisende partij] camerabeelden getoond, gemaakt tijdens de rit in de bus waarin hij op 26 maart 2015 reed. Op deze beelden is te zien dat [eisende partij] twee maal telefoneert en daarbij de telefoon aan zijn rechteroor houdt. Tevens is te zien dat [eisende partij] in de stilstaande bus een sigaret vasthoudt en deze op enig moment naar buiten gooit.
2.6.
Hermes ontslaat [eisende partij] tijdens dit gesprek op 30 maart 2015 op staande voet en bevestigt een en ander per brief van gelijke datum als volgt:
“(…)
De aanleiding voor genoemd gesprek is een klacht van een reiziger over diens constatering dat u tijdens uw rijdienst op 26 maart jl. (niet handsfree) aan het telefoneren was met een mobiele telefoon.
Wij hebben u op dezelfde dag over deze klacht gesproken en u, hangende het onderzoek, per direct en tot nader order geschorst.
Wij nemen deze klacht zeer serieus, zeker na hetgeen er recent is voorgevallen en wat een enorme impact op onze organisatie (van chauffeurs tot directie), de reizigers en de media heeft gehad en nog heeft. Het betreft het gebruik van een mobiele telefoon tijdens de rijdienst van een collega op 18 maart jl., het daarop volgend ontslag op staande voet per 23 maart jl., een werkonderbreking van chauffeurs in Arnhem op 25 maart jl. waarbij u tijdens deze werkonderbreking zelfs nog gesproken hebt met de heer [persoon D], assistent rayonmanager personeel, die u wees op het verbod om tijdens een rijdienst de mobiele telefoon te gebruiken. Dat u slechts één dag daarna toch uw mobiele telefoon tijdens uw rijdienst zou hebben gebruikt, is voor ons reden hier zeer zorgvuldig onderzoek naar te doen.
In uw schriftelijke reactie, welke u aan ons geeft tijdens het genoemde gesprek op 30 maart, geeft u aan dat het u niet bij staat dat hetgeen wij stellen, is geschied tijdens de rit waar wij naar verwijzen. U verwerpt dan ook onze beschuldiging.
Wij wijzen er op dat, zeker na de hiervoor beschreven gebeurtenissen van vorige week, er sprake is van een ernstige situatie. Wij geven u het dringende advies om een eerlijk antwoord te geven en wij geven u de gelegenheid uw antwoord te herzien. U maakt hier gebruik van en daarom schorsen wij voor korte tijd het gesprek.
Bij terugkeer overhandigt u ons een nieuwe schriftelijke reactie waarin u aangeeft dat het u niet bij staat dat hetgeen wij stellen, is geschied tijdens de rit waar wij naar verwijzen.
U herkent zich ook niet in het beeld dat wij met deze brief schetsen.
In het kader van ons onderzoek hebben wij camerabeelden bekeken welke zijn gemaakt tijdens uw rijdienst. Omdat u vrij ver naar voren zit, is het –onder in beeld- duidelijk zichtbaar dat u op enig moment iets pakt en even later zien we dat u uw mobiele telefoon met uw rechterhand tegen het oor houdt en spreekt. Wij constateren dat u wel degelijk met een mobiele telefoon in uw hand hebt gebeld tijdens uw rijdienst.
Dit gedrag en het feit dat u ondanks een nieuw verzoek, geen eerlijk antwoord hebt gegeven, is voor ons onacceptabel.
Wanneer u uw aandacht bij het voeren van een gesprek via een mobiele telefoon hebt, kunt u uw aandacht niet volledig bij de uitvoering van uw werkzaamheden hebben gehad. Dat kan tot ongewenste en zeer gevaarlijke situaties leiden. Het is immers niet voor niets dat de wetgeving (Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, artikel 61 a) aangeeft dat het degene die (onder andere) een motorvoertuig bestuurt, verboden is om tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.
Reizigers moeten er van uit kunnen gaan op een veilige manier vervoerd te worden; dat staat voorop. De chauffeur heeft hierin een grote verantwoordelijkheid voor zowel de reizigers alsmede ook voor de medeweggebruikers. Wij moeten er van uit kunnen gaan dat onze chauffeurs deze verantwoordelijkheid nemen.
U hebt door uw gedragingen de veiligheid van passagiers, medeweggebruikers en uzelf ernstig in gevaar gebracht. Van een professionele buschauffeur kunnen wij een dergelijk onverantwoord gedrag niet toestaan en nemen wij dit bijzonder hoog op. Dit feit en vanwege de relatie tot uw functie als buschauffeur bij onze organisatie, achten wij zo ernstig, dat wij dit beschouwen als een dringende reden welk een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Deze feiten vormen elk afzonderlijk maar ook in samenhang bezien een dringende reden voor dit ontslag op staande voet. Vervolgens hebben wij u op staande voet ontslagen, waarmee uw dienstverband per 30 maart 2015 is beëindigd.
Wij hebben u aangeboden om de camerabeelden zelf te bekijken. Nadat u deze hebt bekeken, is het u duidelijk dat ontkennen geen zin meer heeft. U hebt er verder niets meer aan toe te voegen.
Overigens is ook duidelijk zichtbaar dat u rokend de bus in stapt, verder de bus in loopt en bij het plaatsnemen achter het stuur, de peuk met een nonchalant gebaar door de openstaande deur naar buiten gooit. Bij de start van de bewuste camerabeelden noemde u nog stellig dat u uw sigaret vóór aankomst in de bus al had weggegooid. Ook hier spreekt u zichzelf tegen!
(…)”
2.7.
De gemachtigde van [eisende partij] beroept zich bij brief van 2 april 2015 op de vernietigbaarheid van deze beëindiging, omdat zowel de objectieve als de subjectieve dringende reden ontbreekt en het ontslag niet onverwijld is gegeven. Het gegeven ontslag is daarom nietig. [eisende partij] houdt zich beschikbaar en is bereid op eerste afroep de werkzaamheden te hervatten.
2.8.
In de regeling cameratoezicht Connexxion en al haar dochterondernemingen versie
22 augustus 2013, productie 11 bij dagvaarding, staat dat de camerabewaking uitdrukkelijk niet is bedoeld om het gedrag van medewerkers te observeren, tenzij er sprake is van een redelijk vermoeden van een misdrijf of betrokkenheid daarbij en dat beelden alleen tegen medewerkers kunnen worden gebruikt als onderdeel van een formele aangifte van een misdrijf of betrokkenheid daarbij en/of politie/justitie de beelden heeft opgevraagd, met vermelding dat Connexxion zich onder meer tegenover personeel verplicht de beelden niet anders zal gebruiken dan voor het beschreven doel.
2.9.
In artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeertekens staat:
“Het is degene die een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een motor bestuurt verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.”
2.10.
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Openbaar Vervoer van toepassing. Daarin staat in artikel 82 en 83 een aantal disciplinaire maatregelen beschreven, waarbij artikel 82 lid 1 daarnaast de mogelijkheden tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst overeenkomstig het BW en BBA openlaat.
2.11.
Ingevolge de regeling normering plichtsverzuim die in werking is getreden met ingang van 1 mei 2003 met instemming van de Ondernemingsraad is telefoneren een ernstig plichtsverzuim. Daarin staat het volgende beschreven:
Telefoneren
Bij constatering van mobiel bellen, ook handsfree, tijdens dienstregelingritten en/of aanwezigheid van klanten wordt direct overgegaan tot het opleggen van een disciplinaire maatregel in de vorm van ‘inhouding dagloon’. De enige vorm van mobiele communicatie die is toegestaan is communicatie middels de combofoon.
2.12.
Uit een brief van een vestigingsmanager van Connexxion aan [eisende partij] van 13 september 2004 blijkt dat zowel [eisende partij] als de vestigingsmanager tijdens een rit mobiel hadden gebeld, hetgeen ertoe leidde dat de aan [eisende partij] opgelegde loonsanctie voor het mobiel telefoneren tijdens de dienstuitvoering werd teruggedraaid.
2.13.
In een kort tijdsbestek zijn vier buschauffeurs bij Hermes, respectievelijk Connexxion, betrapt op gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden.
2.14.
De eerste buschauffeur is op 18 maart 2015 door TV Gelderland rijdend met een mobiele telefoon in zijn hand gefilmd. Op 23 maart 2015 is deze chauffeur door Hermes op staande voet ontslagen. Op 25 maart 2015 vindt een werkonderbreking plaats. Tijdens deze werkonderbreking lopen er meerdere managers van Hermes rond. [eisende partij] neemt ook deel aan deze werkonderbreking. Tijdens de werkonderbreking is [eisende partij], in het bijzijn van enkele collega’s, aangesproken door de heer [persoon D] (assistent rayonmanager personeel) en er op gewezen dat het verboden is om tijdens het rijden een mobiele telefoon te gebruiken.
Het ontslag op staande voet van deze chauffeur is enige tijd nadien ingetrokken.
2.15.
De tweede chauffeur is in dienst bij Connexxion Tours. Hij heeft op 19 maart 2015 gebeld tijdens het rijden en dat ook erkend. Hij werd gebeld door de afdeling planning. Hij is op 26 maart 2015 op staande voet ontslagen. Op 16 april 2015 is dat ontslag op staande voet wegens ‘procedurefouten’ ingetrokken.
2.16.
De derde chauffeur in de reeks is [eisende partij].
2.17.
Op 14 april 2015 geven de directie OV met de OR van Connexxion een gezamenlijke verklaring af over het gebruik van mobiele telefoons tijdens het rijden. Daarin staat onder meer het volgende:
“(…)
Er mag tijdens het rijden dus geen gebruik gemaakt worden van sms, social media en er wordt niet gebeld. Als Connexxion hierover meldingen of klachten krijgt, wordt – na intern onderzoek- een passende maatregel genomen, waarbij ontslag niet wordt uitgesloten.
Er kunnen mogelijk verzachtende omstandigheden zijn, echter tijdens het rijden is bellen, gebruik van social media en sms wat ons betreft eenbewusteactie en dan is er sprake van zwaar plichtsverzuim.
De Cao geeft in hoofdstuk 9 een aantal mogelijkheden op te treden bij plichtsverzuim. Er zal door het management altijd met een genuanceerde blik, rekening houdend met alle omstandigheden in geval van een dergelijke overtreding geoordeeld moeten worden. Mocht zich onverhoopt een geval aandienen waarbij ontslag aan de orde is, wordt dit besluit pas genomen na toetsing door de directie.
(…)
4.Uitgangspunt is dat de veiligheid van onze passagiers, medeweggebruikers en chauffeurs niet in gevaar mag komen. Beleid is dan ook dat het management, planners en de ROV een chauffeur niet bellen tijdens zijn dienst. Mocht het onverhoopt nodig zijn dat een chauffeur gebeld moet worden tijdens de dienst, mag dit alleen in zijn/haar pauze. Het is voor het management, planners en de ROV eenvoudig genoeg om uit te zoeken wanneer iemand pauze heeft.
(…)
Tenslotte heeft de Ondernemingsraad OV de directie in het overleg gevraagd om het ontslag van de collega in Arnhem(de heer [Persoon E]: toevoeging kantonrechter)
te heroverwegen.
De directie geeft aan dit te zullen doen.”
2.18.
De vierde chauffeur is in dienst van Connexxion. Hij rijdt op 22 april 2015 in een lege bus en wordt betrapt op bellen. Hij erkent dat hij heeft gebeld met als reden dat zijn vader ernstig ziek is. Connexxion legt deze chauffeur een loonsanctie op.
2.19.
Op 30 april 2015 publiceert de rayonmanager van Hermes het volgende bericht:
“Aan collega’s Arnhem,
In de afgelopen week heeft de directie van Connexxion overleg gevoerd met de OR Openbaar Vervoer van Connexxion. In dat overleg is een duidelijke gezamenlijk statement gemaakt m.b.t het mobiel bellen.
De OR van Connexxion heeft in dat overleg tevens gevraagd om het besluit tot het ontslag op staande voet aan de heer [Persoon E] te willen heroverwegen, zodat er vanaf het moment van de werkonderbreking op 25 maart jl. een duidelijke lijn naar alle chauffeurs getrokken zou kunnen worden.
De directie heeft dat besluit heroverwogen en besloten het ontslag op staande voet in te trekken.
De heer [Persoon E] zal vanaf een nader te bepalen moment in een andere functie dan chauffeur weer voor ons werkzaam zijn.”
2.20.
De OR Hermes deelt in haar nieuwsbrief van 18 april 2015 mee dat zij akkoord is met het verbod op mobiel bellen tijdens de rit maar dat zij een sanctie van ontslag op staande voet op een dergelijke overtreding disproportioneel vindt.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisende partij] vordert:
  • toelating tot de bedongen werkzaamheden van chauffeur OV binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag voor elke dag of deel daarvan dat Hermes in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen;
  • betaling van het volledige overeengekomen loon c.a. vanaf datum stopzetting;
  • de proceskosten.
3.2.
[eisende partij] baseert zijn vordering op de volgende stellingen. Het ontslag op staande voet is niet onverwijld gegeven, nu er tussen de klacht van de reiziger en het ontslag op staande voet ruim vier dagen zijn verstreken.
Hermes heeft in strijd gehandeld met de regeling cameratoezicht Connexxion.
De gekozen maatregel is disproportioneel. De CAO en de gedetailleerde interne regelgeving, meer in het bijzonder de regeling normering plichtsverzuim, bieden een scala aan minder verstrekkende disciplinaire maatregelen.
Er is sprake van rechtsongelijkheid. Het is voor [eisende partij] onbegrijpelijk op grond waarvan zijn ontslag op staande voet niet, zoals bij de andere drie chauffeurs, is ingetrokken. Hermes wil blijkbaar koste wat kost tegemoet komen aan de roepende massa op “het virtuele dorpsplein” en heeft besloten dat [eisende partij] dan maar moet “hangen”.
De gevolgen van een ontslag op staande voet zijn voor [eisende partij] verstrekkend. Hij heeft een lang en vrijwel smetteloos dienstverband en hij maakt als een van de oudste en langst in dienst zijnde chauffeurs gebruik van de SAN regeling, een vorm van ouderenregeling waarbij het dienstverband gefaseerd wordt afgebouwd.
3.3.
Hermes voert verweer.
Het ontslag op staande voet is wel degelijk onverwijld gegeven. Hermes heeft [eisende partij] op 26 maart 2015, de dag waarop de klacht via twitter werd gemeld, hiermee geconfronteerd en vervolgens geschorst, daarna heeft zij zorgvuldig onderzoek gedaan en [eisende partij] opnieuw gehoord en in het gesprek op 30 maart 2015 op staande voet ontslagen.
Het gebruik van camerabeelden is gerechtvaardigd. Het aspect van veiligheid van de passagiers, medeweggebruikers en [eisende partij] weegt zwaarder dan de privacy van [eisende partij]. Hermes heeft [eisende partij] terecht op staande voet ontslagen. [eisende partij] wist, althans behoorde te weten, gelet op de nieuwe harde lijn die Hermes met betrekking tot het gebruik van mobiele telefoons tijdens het rijden doorvoerde, de 2 collega-chauffeurs die kort daarvoor in verband daarmee op staande voet waren ontslagen en de toelichting, evenals de expliciete waarschuwing, die [eisende partij] tijdens de werkonderbreking van de heer [persoon D] daags daarvoor nog had gekregen, dat het gebruik van een mobiele telefoon onder het rijden verregaande consequenties zou kunnen hebben.
[eisende partij] heeft één dag nadat Hermes duidelijk had gemaakt dat gebruik van de mobiele telefoon tijdens de rit uit den boze is, de mobiele telefoon tot twee maal toe gebruikt en daarmee heeft hij de reputatie en goede naam van Hermes beschadigd en het vertrouwen van Hermes in hem onherstelbaar beschadigd. Ook het feit dat [eisende partij] ontkende en bleef ontkennen dat hij had gebeld, neemt Hermes hem zeer kwalijk. Dit gedrag is [eisende partij], omdat hij beroepschauffeur is, extra zwaar aan te rekenen. De maatregel is voorts niet te zwaar en behoort op de voet van artikel 82 lid 1 CAO ook tot de mogelijkheden.
Het is overigens niet de eerste keer dat [eisende partij] in strijd met de regels handelde. Hij heeft diverse waarschuwingen gehad in verband met het feit dat hij rookte in de bus, klanten heeft laten betalen voor een vervoersbewijs zonder dit te overhandigen en de bus met open deuren onbeheerd heeft achtergelaten.
Hermes betwist dat zij de mobiele telefoon als intern communicatiemiddel gebruikt. Het is vast beleid dat als de afdeling planning onder reistijd belt, er niet opgenomen dient te worden. In geval ROV een chauffeur oproept, gaat het Infoxxsysteem vanzelf open staan en kan er zonder handeling van de chauffeur gesproken, ontvangen worden. Naar aanleiding van een aantal voorvallen is er veel ophef geweest over het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden door (professionele) buschauffeurs. Passagiers en medeweggebruikers zijn zich meer en meer bewust van de gevaren en risico’s hiervan en accepteren niet langer dat buschauffeurs de regels hierover aan hun laars lappen. Hermes kan dan ook niet anders dan zich hierbij aansluiten en een “zero tolerance beleid” voeren. Zij wil en kan geen concessies doen aan de veiligheid van haar passagiers en medeweggebruikers, temeer daar het een wettelijk verbod betreft.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vordering.
4.2.
In deze procedure moet worden beoordeeld of de vordering in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat toewijzing gerechtvaardigd is. Gelet op het voorlopige karakter van de kort gedingprocedure past geen uitgebreid onderzoek naar de feiten en is er geen plaats voor nadere bewijsvoering. Er is in dit geval geen reden om van deze regel af te wijken. De kantonrechter baseert de beslissing daarom op feiten die erkend of onweersproken zijn of die voorshands aannemelijk zijn geworden.
4.3.
Het ontslag op staande voet is volgens [eisende partij] niet onverwijld verleend. Niet in geschil is dat Hermes [eisende partij] op 26 maart 2015, de dag waarop zij via twitter verneemt van het tijdens het rijden niet handsfree bellen met een mobiele telefoon door [eisende partij], hem hiermee heeft geconfronteerd. Zij heeft hem vervolgens geschorst en gevraagd om een schriftelijke reactie. Hermes heeft daarop de zaak enkele dagen in beraad en onderzoek genomen. De zorgvuldigheid gebiedt dat ook. Enig uitstel, waaronder de termijn gelegen tussen 26 maart en 30 maart 2015 is te rekenen, is gelet daarop toelaatbaar. Aan het onverwijldheidsvereiste is dan ook voldaan.
4.4.
Ten aanzien van het bekijken van de op 26 maart 2015 gemaakte camerabeelden stelt [eisende partij] dat Hermes dit, gelet op de regeling cameratoezicht en het daarin beschreven doel voor het maken van opnames, nooit zonder toestemming van [eisende partij] had mogen doen. Niet in geschil is dat het maken van de filmopnames rechtmatig is, gelet op de daarvoor opgestelde regeling cameratoezicht. De vraag is evenwel of het bekijken en gebruiken van de beelden in deze zaak, zonder voorafgaande toestemming van [eisende partij], onrechtmatig is. De kantonrechter overweegt dat de maatstaf voor uitsluiting van (mogelijk) onrechtmatig verkregen bewijs is dat sprake moet zijn van bijkomende omstandigheden (Hoge Raad 18 april 2014, ECLI: NL:HR:2014:942). Uitgaande van het principe van de vrije bewijsleer in civiele procedures (artikel 152 Rv), dat wil zeggen dat bewijs op alle mogelijke wijzen geleverd kan worden, is er naar het oordeel van de kantonrechter in casu geen sprake van dergelijke bijkomende omstandigheden die gebruik van dit bewijs uitsluiten. Immers, naar aanleiding van de inhoud van het twitterbericht op 26 maart 2015, het daarop betrekking hebbende strikte beleid van Hermes betreffende mobiel bellen door haar buschauffeurs tijdens een rijdienst, kort daarvoor ingevoerd vanwege de veiligheid van passagiers en medeweggebruikers, was Hermes er veel aan gelegen om de ware toedracht te achterhalen. Aangezien [eisende partij] zich op 26 maart 2015, direct na de rit, niets kon herinneren van het gebeurde eerder die dag en dit ook tijdens het gesprek op 30 maart 2015 het geval was, was Hermes er nog niet in geslaagd deze toedracht boven tafel te krijgen. Het belang van Hermes bij waarheidsvinding dient afgewogen te worden tegen het belang van de privacy aan de zijde van [eisende partij], die weliswaar wist dat hij gefilmd werd, maar niet dat deze beelden gebruikt zouden worden ter beoordeling van zijn gedrag.
Uit het voorgaande volgt, voorshands oordelend, dat het bewijs rechtmatig is verkregen, althans dat er in deze zaak geen omstandigheden zijn die het bekijken en gebruiken van de camerabeelden ontoelaatbaar maken en daarom gaat de kantonrechter aan de stellingen van [eisende partij] op dit punt voorbij.
4.5.
Vaststaat dat [eisende partij] op 26 maart 2015 twee maal heeft gebeld met zijn mobiele telefoon tijdens een rijdienst. Dit gebeurde nadat hij de dag ervoor tijdens een werkonderbreking in verband met het ontslag op staande voet van een collega om exact dezelfde reden, expliciet gewaarschuwd is dit zelf niet (meer) te doen.
4.6.
Partijen zijn het erover eens dat mobiel bellen tijdens het rijden niet geoorloofd is, gevaarlijk is en verboden. [eisende partij] was voorts bekend met het nieuwe strikte beleid dat Hermes kort voor het gebeurde op 26 maart 2015 heeft ingevoerd, met dien verstande dat hij stelt dat dit toen nog niet op schrift stond. [eisende partij] is echter de mening toegedaan dat de maatregel van een ontslag op staande voet te vergaand is in geval van overtreding van dit verbod en dat minder verstrekkende maatregelen mogelijk zijn en ook meer passend, mede gelet op de handelwijze van Hermes in het verleden en de afloop van vergelijkbare zaken.
De kantonrechter overweegt dat het Hermes, nog afgezien van de vraag welk beleid er voorheen op dit punt gold, vrijstaat om, gelet op haar primaire taak om passagiers veilig te (doen) vervoeren en de rol en verantwoordelijkheid van professionele chauffeurs daarin, haar beleid ten aanzien van het gebruik van mobiele telefoons tijdens het rijden anno 2015 aan te scherpen.
Het huidig beleid van Hermes luidt dat zij in het geval dat een chauffeur tijdens het rijden mobiel belt een ontslag niet uitsluit, tenzij er sprake is van verzachtende omstandigheden.
[eisende partij] erkent dat hij op 25 maart 2015 door Hermes is gewaarschuwd om niet mobiel te bellen tijdens het rijden en toch heeft hij, zo blijkt uit de overgelegde camerabeelden, daags na deze expliciete waarschuwing, tot twee maal toe tijdens het rijden van een bus met passagiers gebeld met zijn mobiele telefoon. [eisende partij] heeft eerst bij herhaling aangegeven zich hiervan niets te kunnen herinneren en pas nadat hij geconfronteerd werd met de camerabeelden toegegeven dat hij mobiel had gebeld tijdens het rijden, zonder daarvoor enige verklaring te geven. Ter zitting verklaart hij hierover slechts dat dit uit een soort automatisme is gebeurd. Hij is, nadat hij op zijn gedrag is aangesproken, op of na 26 maart 2015, vervolgens ook niet nagegaan of en zoja wie hij op 26 maart 2015 aan de lijn heeft gehad, maar is gebleven bij zijn stelling dat hij het zich niet kon herinneren.
Dit gedrag dient naar het oordeel van de kantonrechter, gelet op het feit dat mobiel bellen tijdens het rijden verboden is, de veiligheidsrisico’s wanneer dit – zeker tijdens een rijdienst in een bus – toch gebeurt, het feit [eisende partij] dat heeft erkend bekend te zijn met het aangepaste beleid en de persoonlijke waarschuwing daags voor het gebeurde, gesanctioneerd te worden.
4.7.
De vraag is of voorshands oordelend voldoende aannemelijk is dat sprake is van een dringende reden in de zin van art. 6: 677 jo 678 BW.
Bij de beoordeling of van zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats in de beschouwing te worden betrokken de aard en de ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard van de dienstbetrekking, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer de dienstbetrekking heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is.
4.8.
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een dringende reden, betrekt de kantonrechter allereerst dat het door Hermes gevoerde beleid pas zeer kort voor 26 maart 2015 is aangescherpt en eerst nadien op schrift is gesteld en dat dit beleid voorts nadrukkelijk ruimte laat voor verzachtende omstandigheden aan de kant van de chauffeur. In het geval van [eisende partij] zijn die gelegen in zijn leeftijd van 60 jaar, waardoor zijn kansen op de arbeidsmarkt naar alle waarschijnlijkheid gering zijn, het feit dat hij zijn taken als chauffeur altijd goed heeft uitgevoerd en zijn zeer lange dienstverband van 36 jaar.
Hoewel formeel sprake is van verschillende werkgevers gaan beide partijen er ten aanzien van het verloop van drie andere vergelijkbare ontslagzaken waarbij chauffeurs zijn betrokken uit van hetzelfde beleid. In één maand tijd hebben zich meerdere gevallen van mobiel bellen door buschauffeurs tijdens het rijden (een busdienst) voorgedaan die allemaal niet zijn geëindigd in handhaving van het gegeven ontslag op staande voet. Het verschil met de onderhavige zaak is voor Hermes, zo bleek tijdens de zitting, met name gelegen in het feit dat [eisende partij] heeft volhard in zijn stelling dat hij zich niets kon herinneren van het mobiel bellen tijdens het rijden (en ook het roken in de bus) op 26 maart 2015. Eenmaal geconfronteerd met de beelden heeft [eisende partij] verklaard uit een soort automatisme te hebben gehandeld.
Naar het oordeel van de kantonrechter is de sanctie van ontslag op staande voet onder de hiervoor omschreven omstandigheden (de inhoud van het zeer recente ingevoerde beleid ter zake mobiel bellen tijdens een rijdienst welke ruimte voor minder zware sancties biedt, de intrekking van ontslag aanzeggingen (wegens mobiel bellen tijdens een rijdienst) bij andere buschauffeurs, de leeftijd, het dienstverband van [eisende partij] en zijn functioneren als buschauffeur) te zwaar. De omstandigheid dat [eisende partij] heeft volhard in zijn stelling dat hij zich niets kon herinneren, maakt dit oordeel niet anders.
4.9.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is, voorshands geoordeeld, aannemelijk dat het gegeven ontslag op staande voet in een bodemprocedure geen stand zal houden.
De loonvordering wordt dan ook toegewezen. De gevorderde tewerkstelling wordt afgewezen, gelet op het feit dat bij beschikking van gelijke datum als onderhavig vonnis de arbeidsovereenkomst voor zover deze nog zal blijken te bestaan wordt ontbonden zonder toekenning van een vergoeding per 15 juli 2015.
4.10.
Hermes wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Hermes om aan [eisende partij] te betalen het volledige overeengekomen loon c.a. vanaf datum stopzetting tot 15 juli 2015;
5.2.
veroordeelt Hermes in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eisende partij] begroot op € 99,98 aan dagvaardingskosten, € 78,00 aan griffierecht en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde
;
5.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. C.J.M. Hendriks en in het openbaar uitgesproken op