Uitspraak
Hermes Groep N.V.
1.De procedure
2.De feiten
bewusteactie en dan is er sprake van zwaar plichtsverzuim.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
De kantonrechter passeert dat bezwaar. Niet in geschil is dat het maken van de filmopnames rechtmatig is, gelet op de daarvoor opgestelde regeling cameratoezicht. De vraag is evenwel of het bekijken en gebruiken van de beelden in deze zaak, zonder voorafgaande toestemming van [verwerende partij], onrechtmatig is. De kantonrechter overweegt dat de maatstaf voor uitsluiting van (mogelijk) onrechtmatig verkregen bewijs is dat sprake moet zijn van bijkomende omstandigheden (Hoge Raad 18 april 2014, ECLI: NL:HR:2014:942). Uitgaande van het principe van de vrije bewijsleer in civiele procedures (artikel 152 Rv), dat wil zeggen dat bewijs op alle mogelijke wijzen geleverd kan worden, is er naar het oordeel van de kantonrechter in casu geen sprake van dergelijke bijkomende omstandigheden. Immers, naar aanleiding van de inhoud van het twitterbericht op 26 maart 2015, het daarop betrekking hebbende strikte beleid van Hermes betreffende mobiel bellen door haar buschauffeurs tijdens een rijdienst, kort daarvoor ingevoerd vanwege de veiligheid van passagiers en medeweggebruikers, was Hermes er veel aan gelegen om de juiste toedracht te achterhalen. Omdat [verwerende partij] zich op 26 maart 2015, direct na de rit, niets kon herinneren van het gebeurde eerder die dag en dit ook tijdens het gesprek op 30 maart 2015 het geval was, was Hermes er nog niet in geslaagd deze toedracht boven tafel te krijgen. Het belang van Hermes bij waarheidsvinding dient afgewogen te worden tegen het belang van de privacy aan de zijde van [verwerende partij], die weliswaar wist dat hij gefilmd werd maar niet dat deze beelden gebruikt zouden worden ter beoordeling van zijn gedrag.