ECLI:NL:RBGEL:2015:4572
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J. Klein Egelink
- E.C.G. Okhuizen
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsrecht wegens schending inlichtingenplicht en terugvordering van onterecht betaalde bijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden. Eiseres had beroep ingesteld tegen de intrekking van haar recht op bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (Wwb) over de periode van 1 januari 2006 tot en met 2 mei 2013, alsook tegen de terugvordering van ten onrechte betaalde bijstand. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had gesteld dat eiseres had verzwegen dat zij een bankrekening had en dat zij niet alle bankafschriften had verstrekt. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of er recht op bijstand bestond. De rechtbank oordeelde dat eiseres de inlichtingenverplichting had geschonden, wat leidde tot de intrekking van haar bijstandsrecht.
Echter, met betrekking tot de intrekking van het recht op bijstand per 1 april 2014, oordeelde de rechtbank dat de termijn voor opschorting van de bijstand was overschreden. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit in zoverre en herstelde het primaire besluit van 22 mei 2014. Eiseres had recht op bijstand tot 1 april 2014, en de rechtbank herstelde dit besluit, waardoor de terugvordering van de bijstand over deze periode niet kon worden gehandhaafd. De rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten van eiseres en het vergoeden van het griffierecht.
De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De rechtbank heeft de zaak in het openbaar behandeld en de beslissing is op dezelfde dag nog bekendgemaakt.