In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen de vennootschap naar buitenlands recht Ghantoot Transport & General Contracting Establishment, gevestigd in Abu Dhabi, en de besloten vennootschap Big Machinery B.V., gevestigd in Velddriel. Ghantoot heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vordering van Big Machinery, die gebaseerd is op een factuur van Big Rental International LLC, een vennootschap gevestigd in Dubai. Ghantoot stelt dat deze factuur en de daaruit voortvloeiende vordering geen verband houden met de overeenkomst die zij met Big Machinery heeft gesloten, en dat de Nederlandse rechter daarom geen rechtsmacht heeft. Big Machinery betwist dit en stelt dat er wel degelijk samenhang is tussen de vorderingen, omdat de factuur van Big Rental betrekking heeft op een bemiddelingsprovisie die voortvloeit uit de koopovereenkomst tussen Ghantoot en Big Machinery.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Het oordeel van de rechtbank is dat de vordering in reconventie van Big Machinery niet voortvloeit uit dezelfde overeenkomst als de vordering in conventie van Ghantoot. De rechtbank concludeert dat er geen samenhang is in de zin van artikel 7 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), en dat de Nederlandse rechter derhalve geen rechtsmacht heeft om van de vordering in reconventie kennis te nemen. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en wijst de vordering van Ghantoot in reconventie toe, waarbij Big Machinery wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak zal verder worden behandeld in conventie, waarbij een comparitie van partijen wordt bevolen om inlichtingen te vragen en te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een minnelijke regeling.
De uitspraak is gedaan op 15 juli 2015 door mr. V.F.R. Woeltjes, en de proceskosten aan de zijde van Ghantoot zijn begroot op € 452,00 voor het incident en € 2.000,00 voor de reconventie.