ECLI:NL:RBGEL:2015:5333

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 juli 2015
Publicatiedatum
19 augustus 2015
Zaaknummer
272367
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in civiele procedure tussen buitenlandse vennootschappen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen de vennootschap naar buitenlands recht Ghantoot Transport & General Contracting Establishment, gevestigd in Abu Dhabi, en de besloten vennootschap Big Machinery B.V., gevestigd in Velddriel. Ghantoot heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vordering van Big Machinery, die gebaseerd is op een factuur van Big Rental International LLC, een vennootschap gevestigd in Dubai. Ghantoot stelt dat deze factuur en de daaruit voortvloeiende vordering geen verband houden met de overeenkomst die zij met Big Machinery heeft gesloten, en dat de Nederlandse rechter daarom geen rechtsmacht heeft. Big Machinery betwist dit en stelt dat er wel degelijk samenhang is tussen de vorderingen, omdat de factuur van Big Rental betrekking heeft op een bemiddelingsprovisie die voortvloeit uit de koopovereenkomst tussen Ghantoot en Big Machinery.

De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Het oordeel van de rechtbank is dat de vordering in reconventie van Big Machinery niet voortvloeit uit dezelfde overeenkomst als de vordering in conventie van Ghantoot. De rechtbank concludeert dat er geen samenhang is in de zin van artikel 7 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), en dat de Nederlandse rechter derhalve geen rechtsmacht heeft om van de vordering in reconventie kennis te nemen. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en wijst de vordering van Ghantoot in reconventie toe, waarbij Big Machinery wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak zal verder worden behandeld in conventie, waarbij een comparitie van partijen wordt bevolen om inlichtingen te vragen en te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een minnelijke regeling.

De uitspraak is gedaan op 15 juli 2015 door mr. V.F.R. Woeltjes, en de proceskosten aan de zijde van Ghantoot zijn begroot op € 452,00 voor het incident en € 2.000,00 voor de reconventie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/272367 / HA ZA 14-589 / 1124
Vonnis in incident en in hoofdzaak van 15 juli 2015
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
GHANTOOT TRANSPORT & GENERAL CONTRACTING ESTABLISHMENT,
gevestigd te Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het incident in reconventie,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIG MACHINERY B.V.,
gevestigd te Velddriel, gemeente Maasdriel,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident in reconventie,
advocaat mr. J. Brouwer te Veenendaal.
Partijen zullen hierna Ghantoot en Big Machinery genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in het (zekerheids-)incident in conventie van 13 mei 2015,
- de antwoordakte in het (bevoegdheids-)incident in reconventie van 17 juni 2015 van de zijde van Big Machinery.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident in reconventie.

2.De beoordeling in het bevoegdheidsincident

2.1.
Ghantoot vordert in het incident in reconventie dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, met veroordeling van Big Machinery in de proceskosten van het incident en van de reconventie.
2.2.
Volgens Ghantoot wordt door Big Machinery in reconventie betaling gevorderd van een factuur afkomstig van Big Rental International LLC (hierna: Big Rental), een te Dubai (Verenigde Arabische Emiraten) gevestigde vennootschap. Die factuur zou betrekking hebben op een beweerdelijke overeenkomst tussen Ghantoot en Big Rental, die wordt beheerst door buitenlands recht. Met die rechtsverhouding heeft Nederland niets te maken, aldus Ghantoot, zodat de Nederlandse rechter niet bevoegd is kennis te nemen van de vordering in reconventie.
2.3.
De Nederlandse rechter komt volgens Ghantoot ook geen rechtsmacht toe op grond van het bepaalde in artikel 7 Rv, omdat geen samenhang bestaat tussen de vorderingen in conventie en in reconventie.
2.4.
Big Machinery betoogt daarentegen dat tussen beide vorderingen wel de op grond van artikel 7 lid 2 Rv vereiste samenhang bestaat. De factuur van Big Rental, een volle dochteronderneming van Big Machinery, ziet op een bemiddelingsprovisie over de aankopen van Ghantoot bij Big Machinery. Die bemiddelingsprovisie (een percentage van de koopsom van de aangekochte machines) is Big Rental, in de persoon van haar werknemer [naam] , overeengekomen met Ghantoot. Door cessie is de vordering uit hoofde van die overeenkomst aan Big Machinery overgedragen. Zowel de conventionele vordering van Ghantoot als de reconventionele vordering van Big Machinery is derhalve gebaseerd op dezelfde koop en verkoop van machines, aldus nog steeds Big Machinery.
2.5.
Vooropgesteld moet worden dat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter niet kan worden gebaseerd op de vestigingsplaats van de eisende partij in Nederland. De omstandigheid dat Big Machinery in Nederland is gevestigd maakt dus niet dat de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van haar vordering in reconventie.
2.6.
De Nederlandse rechter heeft wel rechtsmacht als een vordering in reconventie samenhangt met een vordering in conventie ter zake waarvan hij bevoegd is (artikel 7 lid 2 Rv). Van een dergelijke samenhang is sprake als de reconventionele vordering voortspruit uit de overeenkomst of uit het rechtsfeit waarop de conventionele vordering is gegrond.
2.7.
In het onderhavige geval is de conventionele vordering van Ghantoot gebaseerd op hetgeen tussen haar (als koper) en Big Machinery (als verkoper) zou zijn overeengekomen omtrent de koop en verkoop van machines, meer in het bijzonder de daarbij gemaakte afspraken rond de (terug)betaling van een waarborgsom. De bevoegdheid van de Nederlandse rechter om van die vordering kennis te nemen staat terecht niet ter discussie.
2.8.
De reconventionele vordering daarentegen is gebaseerd op hetgeen tussen Big Rental, in de persoon van haar werknemer [naam] , en Ghantoot zou zijn overeengekomen omtrent de bemiddeling bij de totstandkoming van de hiervoor bedoelde overeenkomst tussen Ghantoot en Big Machinery.
2.9.
Hoewel tussen de beide vermeende overeenkomsten een verband bestaat in de zin dat de bemiddelingsprovisie waarop de in 2.8 bedoelde overeenkomst - naar Big Machinery stelt - recht zou geven betrekking heeft op (en wat de hoogte betreft wordt bepaald door) de koop en verkoop van machines waarop de in 2.7 bedoelde overeenkomst zou zien, betreft het twee zelfstandige overeenkomsten die voor partijen verschillende verbintenissen in het leven roepen. In reconventie betreft het een bemiddelingsovereenkomst tussen twee buitenlandse partijen en in conventie een koopovereenkomst tussen een buitenlandse en een Nederlandse partij. Dat de vordering die Big Rental uit hoofde van die vermeende bemiddelingsovereenkomst op Ghantoot zou hebben door cessie aan Big Machinery is overgedragen, maakt dat niet anders.
2.10.
Het voorgaande brengt mee dat de vordering in reconventie niet voortspruit uit dezelfde overeenkomst als die waarop de vordering in conventie is gegrond. Evenmin is die vordering gegrond op hetzelfde rechtsfeit. Van samenhang in de zin van artikel 7 lid 2 Rv is derhalve geen sprake, zodat de Nederlandse rechter ter zake geen rechtsmacht toekomt.
2.11.
De incidentele vordering van Ghantoot in reconventie moet daarom worden toegewezen. De rechtbank zal zich onbevoegd verklaren ten aanzien van de door Big Machinery ingestelde vordering in reconventie.
2.12.
Big Machinery zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. Gelet op het van toepassing zijnde tarief zullen die kosten aan de zijde van Ghantoot worden begroot op (1,0 punt × tarief € 452,00 is) € 452,00 voor salaris advocaat.
In de hoofdzaak
In reconventie
2.13.
Big Machinery zal tevens in de proceskosten van de reconventie worden veroordeeld, nu zij nodeloos kosten heeft veroorzaakt door de vordering bij de verkeerde rechter aanhangig te maken. De kosten aan de zijde van Ghantoot in reconventie worden begroot op (1,0 punt × tarief € 2.000,00 is) € 2.000,00 voor salaris advocaat.
In conventie
2.14.
De rechtbank zal een comparitie bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
2.15.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
2.16.
De behandeling van de zaak ter comparitie zal in beginsel de volgende onderwerpen bevatten. De rechter zal beginnen met een aantal formaliteiten. Vervolgens zal de rechter zo nodig vragen stellen over de feiten en over de standpunten van partijen waarin inzicht moet bestaan om tot een oordeel te kunnen komen.
2.17.
In beginsel wordt ter comparitie aan de raadslieden van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten. Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zullen echter niet worden toegestaan.
2.18.
Op de comparitie zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook de mogelijkheid van een schikking of inschakeling van een mediator aan de orde komen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in reconventie kennis te nemen,
3.2.
veroordeelt Big Machinery in de kosten van het incident, aan de zijde van Ghantoot tot op heden begroot op € 452,00,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
in reconventie
3.4.
veroordeelt Big Machinery in de kosten van de reconventie, aan de zijde van Ghantoot tot op heden begroot op € 2.000,00,
3.5.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie
3.6.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. V.F.R. Woeltjes in het gerechtsgebouw te Arnhem aan Walburgstraat 2 - 4 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
3.7.
bepaalt dat Ghantoot en Big Machinery dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
3.8.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
29 juli 2015voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen, donderdagen en vrijdagen in de maanden augustus tot en met november 2015, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,
3.9.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de comparitie zelfstandig zal bepalen,
3.10.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de comparitie dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
3.11.
wijst partijen er op, dat voor de zitting twee uur zal worden uitgetrokken.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F.R. Woeltjes en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2015.