8.De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 3 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 33 (drieëndertig) maanden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurdhet inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: één koksmes (volgnummer 1).
Beveelt de teruggavevan de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen aan de veroordeelde, te weten:
- 1 broek, kleur blauw (volgnummer 2);
- 1 shirt (sport), kleur blauw (volgnummer 3);
- 1 broek van het merk Nike (volgnummer 4);
- 1 shirt (Coolcat), kleur zwart (volgnummer 5);
- 1 sok, kleur zwart (volgnummer 6);
- 1 tijdschrift (volgnummer 7);
- 1 tas (H & M), kleur wit (volgnummer 8);
- 1 paar schoeisel van het merk Prada, kleur zwart (volgnummer 9).
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 1], te betalen € 850,00 (achthonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], te betalen € 850,00 (achthonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 17 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 3], te betalen € 450,00 (vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], te betalen € 450,00 (vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 9 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 4], te betalen € 366,29
(driehonderdzesenzestig euro en negenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 4], te betalen € 366,29 (driehonderdzesenzestig euro en negenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 7 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Gelast de
tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) wekenvoorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te ‘s-Hertogenbosch op 17 juni 2014, onder parketnummer 01/067371-14.
Aldus gewezen door:
mr. M.F. Gielissen (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. G.J.M. van Wijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. D.T.P.J. Damen en M.G. Enderink, griffiers
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 februari 2015.