In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 16 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de verzoekende partij, vertegenwoordigd door mr. W.H.B.M. Litjens, tegen de verwerende partij. De verzoekende partij, die in dienst was bij de verwerende partij als logistiek medewerker, heeft verzocht om vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een billijke vergoeding. De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd en de verwerende partij heeft deze tussentijds opgezegd met terugwerkende kracht, wat in strijd was met de arbeidsovereenkomst en de wet. De verzoekende partij heeft een aantal bedragen gevorderd, waaronder een vergoeding van € 961,24 wegens onregelmatige opzegging, een billijke vergoeding van € 567,40, en bedragen voor vakantiegeld en niet-genoten vakantiedagen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekende partij tijdig heeft verzocht en dat de opzegging door de verwerende partij onregelmatig was. De kantonrechter heeft de gevorderde bedragen toegewezen, omdat de verwerende partij niet is verschenen en geen verweer heeft gevoerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vergoedingen voor onregelmatige opzegging en billijke vergoeding elkaar niet uitsluiten, en heeft beide vergoedingen toegewezen. Daarnaast zijn de verzoeken voor vakantiegeld en niet-genoten vakantiedagen ook toegewezen. De verwerende partij is veroordeeld in de proceskosten, en de kantonrechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking is openbaar uitgesproken op 16 oktober 2015.