Uitspraak
LM Consultancy B.V.
1.De feiten
a) Als de terbeschikkingstelling eindigt op verzoek van de opdrachtgever (…)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland zich gebogen over een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, LM Consultancy B.V. De werknemer vorderde betaling van achterstallig salaris en stelde dat zijn arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was voortgezet na de afloop van fase A van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst was oorspronkelijk gesloten op 20 oktober 2011 en eindigde volgens de werknemer pas op 22 april 2015. De werkgever betwistte dit en stelde dat de overeenkomst per 22 april 2014 was geëindigd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen een arbeidsovereenkomst met uitzendbeding hadden gesloten, die per 22 april 2013 eindigde. De werknemer heeft zijn werkzaamheden voortgezet tot 16 januari 2014, maar er was geen nieuwe schriftelijke overeenkomst gesloten. De rechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van fase A niet automatisch was voortgezet en dat de werknemer niet kon bewijzen dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was ontstaan. De kantonrechter concludeerde dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was geëindigd per 22 april 2014, en dat de vordering van de werknemer niet voor toewijzing in aanmerking kwam.
De rechter heeft de werknemer in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde, vermeerderd met nakosten van € 100,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 4 februari 2015.