ECLI:NL:RBGEL:2015:7035
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot wedertewerkstelling in kort geding toegewezen na onterecht op non-actiefstelling door werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 12 november 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eisende partij] en [gedaagde partij]. [eisende partij], die sinds 2001 in dienst was bij [gedaagde partij], werd op 15 oktober 2015 per direct op non-actief gesteld door de CEO, [persoon A]. De werkgever stelde dat er een groot verschil van inzicht bestond over het te voeren beleid, wat leidde tot een vertrouwensbreuk. [eisende partij] vorderde in kort geding zijn wedertewerkstelling, stellende dat de op non-actiefstelling in strijd was met het goed werkgeverschap zoals bedoeld in artikel 7:611 BW. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde partij] niet als goed werkgever had gehandeld door [eisende partij] zonder voorafgaand overleg op non-actief te stellen. De rechter concludeerde dat er onvoldoende zwaarwegende gronden waren voor de op non-actiefstelling en dat [eisende partij] recht had op zijn functie als Managing Director van de Business Unit West-Europa. De vordering tot wedertewerkstelling werd toegewezen, evenals de gevorderde dwangsom van € 5.000 per dag bij niet-nakoming, met een maximum van € 500.000. Tevens werd [gedaagde partij] veroordeeld in de proceskosten.