In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 oktober 2015 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eiser, wonende te Arnhem, en de stichting Rijnstate Ziekenhuis, gevestigd te Arnhem. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W.J. Hopmans, heeft de stichting aangeklaagd vanwege vermeende onzorgvuldigheid in de behandeling van zijn linker pols. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 29 juli 2015 besloten dat er een deskundige benoemd moest worden om de behandeling te beoordelen. De rechtbank heeft partijen de gelegenheid geboden om hun mening te geven over de voorgestelde deskundige en de vragen die aan deze deskundige gesteld moeten worden.
De rechtbank heeft orthopedisch chirurg J.W. Colaris benoemd als deskundige. Hij heeft zich bereid verklaard om het onderzoek uit te voeren en heeft de kosten van het deskundigenbericht begroot op € 3.500,00. Eiser heeft een toevoeging gekregen op basis van de Wet op de rechtsbijstand, waardoor hij geen voorschot hoeft te betalen. De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundige binnen twee weken na de datum van het vonnis een afspraak moet maken met de partijen voor het onderzoek en dat hij de rechtbank op de hoogte moet houden van de voortgang.
De rechtbank heeft ook specifieke vragen geformuleerd die de deskundige moet beantwoorden, waaronder de beoordeling van de behandeling, de oorzaak van de pijnklachten van eiser, en de huidige beperkingen van eiser. De deskundige moet zijn bevindingen vastleggen in een schriftelijk rapport dat voor 23 december 2015 bij de rechtbank moet worden ingediend. De zaak zal vervolgens worden voortgezet op de rolzitting vier weken na indiening van het rapport, waar een conclusie na deskundigenbericht zal worden genomen of een datum voor het vonnis zal worden bepaald. Tot die tijd houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.