In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, betreft het een deelgeschil in het kader van letselschade, waarbij de verzoekster, een vrouw geboren in 1935, stelt dat zij als gevolg van een onzorgvuldige behandeling door haar fysiotherapeut een acute dwarslaesie heeft opgelopen. De behandeling vond plaats op 11 januari 2008, waarbij de fysiotherapeut manuele technieken toepaste. Na de behandeling ervoer de verzoekster ernstige klachten, waaronder verlies van gevoel in haar benen en incontinentie, wat leidde tot een ziekenhuisopname en een operatie. De verzoekster heeft de fysiotherapeut en diens stichting aangeklaagd voor de schade die zij heeft geleden, waaronder integriteitsschade. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat er geen bewijsnood was voor de toepassing van de omkeringsregel, die normaal gesproken zou kunnen gelden in gevallen van onrechtmatige daad. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de fysiotherapeut aansprakelijk is voor de schade van de verzoekster, en dat de verzoeken om schadevergoeding en voorschot op integriteitsschade niet toewijsbaar zijn. De rechtbank heeft de kosten van de procedure begroot op € 5.454,86, maar heeft de veroordeling van de fysiotherapeut tot betaling van deze kosten afgewezen, omdat de aansprakelijkheid niet vaststaat. De beschikking is gegeven op 22 juli 2015 door mr. S.C.P. Giesen.