Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
CENTRAAL BEHEER ACHMEA,
1.De procedure
- de beschikking van 15 januari 2015
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak gaat het om een deelgeschil betreffende letselschade die is ontstaan na de arrestatie van verzoeker door de politie. Verzoeker, wonende te Nijmegen, stelt dat hij letselschade heeft opgelopen aan zijn rechterpols als gevolg van onrechtmatige daad door de politie. De aanhouding vond plaats op 24 februari 2013, toen verzoeker werd staande gehouden voor een verkeerscontrole. Tijdens de aanhouding werd hij geboeid en later werd een breuk in zijn rechterpols geconstateerd. Verzoeker houdt de politie en de verzekeraar, Centraal Beheer Achmea, aansprakelijk voor de schade die hij heeft geleden door deze letselschade.
De rechtbank Gelderland heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende grond was voor de aanhouding en het boeien van verzoeker. De rechtbank overweegt dat het toebrengen van een polsbreuk in beginsel onrechtmatig is, maar dat de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond het onrechtmatige karakter kan wegnemen. De rechtbank concludeert dat de politie c.s. gemotiveerd heeft weersproken dat verzoeker te strak is geboeid en dat de wijze van aanhouding niet onrechtmatig was. De rechtbank oordeelt dat er geen bewijsopdracht kan worden gegeven zonder dat er een redelijke kans is op een vaststellingsovereenkomst. Daarom wordt het verzoek afgewezen op grond van artikel 1019z Rv.
De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van verzoeker, maar kan de politie c.s. niet veroordelen in deze kosten omdat de aansprakelijkheid niet is vastgesteld. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 2 maart 2015.