ECLI:NL:RBGEL:2016:1440
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake de Wet openbaarheid van bestuur en dwangsom bij niet tijdig nemen van een besluit
In deze zaak heeft eiser op 22 december 2014 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om afschriften van besluiten te ontvangen die betrekking hebben op schadevergoeding. Aangezien er niet tijdig op dit verzoek werd beslist, heeft eiser beroep ingesteld. Op 16 juni 2015 heeft verweerder alsnog op het verzoek beslist en een geanonimiseerd document verstrekt. Eiser was het niet eens met de weigering om de naam van de ambtenaar die het besluit had ondertekend te verstrekken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de ingebrekestelling van eiser geldig was en dat er procesbelang resteerde bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de dwangsom verschuldigd was, omdat de termijn voor het nemen van een besluit was overschreden. De rechtbank heeft de dwangsom vastgesteld op € 1.260, vermeerderd met wettelijke rente.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de weigering van verweerder om de naam van de ambtenaar te verstrekken niet gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft het besluit van 16 juni 2015 vernietigd en bepaald dat verweerder de naam van de ambtenaar aan eiser moet verstrekken. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.116. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter G.W.B. Heijmans, in aanwezigheid van griffier M.W. Bolzoni.