ECLI:NL:RBGEL:2017:2854
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaren inzake bijstandsaanvragen
In deze zaak heeft eiser op 3 februari 2016 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaren van 21 mei 2014 en 7 augustus 2014, die betrekking hadden op de afwijzing van zijn aanvragen voor algemene en bijzondere bijstand. De rechtbank Gelderland heeft de beroepen geregistreerd onder de zaaknummers 17/280 en 17/282. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van verweerder, die hem aanvankelijk bijstand had geweigerd, maar later alsnog bijstand heeft toegekend. Verweerder heeft echter aangevoerd dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn omdat deze te laat zijn ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat er vijftien maanden zijn verstreken tussen de ingebrekestellingen en het indienen van het beroep, zonder dat eiser bijzondere omstandigheden heeft aangedragen die deze vertraging rechtvaardigen.
De rechtbank heeft overwogen dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, en dat er geen vaste termijn is voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Echter, de rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep onredelijk laat is ingediend, zoals bedoeld in artikel 6:12, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft geen bewijs geleverd voor de door hem gestelde schade en het causaal verband tussen het onrechtmatig besluit en de schade ontbreekt. De rechtbank heeft daarom de verzoeken om schadevergoeding en de vaststelling van dwangsommen afgewezen.
De rechtbank heeft uiteindelijk de beroepen niet-ontvankelijk verklaard en de verzoeken om schadevergoeding en vaststelling van de verbeurde dwangsommen afgewezen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.