ECLI:NL:RBGEL:2017:2884
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht geweigerde WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid zonder subjectieve dringende reden voor ontslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 mei 2017 uitspraak gedaan over de weigering van een WW-uitkering aan eiser, die door verweerder was opgelegd op grond van verwijtbare werkloosheid. Eiser was sinds 1 juni 2005 werkzaam bij de gemeente [werkgever] en was op 13 augustus 2015 betrokken bij een handgemeen, wat leidde tot een strafrechtelijke veroordeling. De werkgever heeft eiser op 7 maart 2016 ontslagen, maar de rechtbank oordeelt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. Eiser werd pas vier maanden na de kennisgeving van het voornemen tot strafontslag op de hoogte gesteld, wat in strijd is met de vereisten voor een onverwijld ontslag. De rechtbank concludeert dat er geen subjectieve dringende reden voor het ontslag aanwezig was, en dat de maatregel van blijvende gehele weigering van de WW-uitkering door het Uwv ten onrechte was opgelegd. De rechtbank herroept het primaire besluit en bepaalt dat de WW-uitkering met ingang van 15 maart 2016 tot uitbetaling komt. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 990.