Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
[verzoekster] te [woonplaats] , verzoekster
[belanghebbende 1] en [belanghebbende 2], te [woonplaats]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 14 juli 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, had aan verzoekster een last onder bestuursdwang opgelegd om drie verplaatsbare varkenshutten te verwijderen. De varkenshutten, die onderdeel uitmaken van een natuurlijke varkenshouderij, zouden in strijd zijn met het bestemmingsplan, omdat ze buiten het bouwvlak zijn geplaatst. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de last, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de varkenshutten inderdaad in strijd zijn met het bestemmingsplan en dat verzoekster zich aan dit plan dient te houden, ook al was zij in beroep gegaan tegen het bestemmingsplan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster op korte termijn de varkenshutten naar een locatie binnen het bouwvlak kan verplaatsen, en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bedrijfsvoering hierdoor niet kan worden voortgezet. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.
De uitspraak is gedaan in het kader van een bestuursrechtelijke procedure, waarbij de voorzieningenrechter de relevante wetgeving, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de regels van het bestemmingsplan, heeft toegepast. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de varkenshutten voldoen aan de definitie van een bouwwerk en dat verzoekster niet heeft aangetoond dat zij onder het overgangsrecht valt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen zicht is op legalisatie van de varkenshutten en dat handhaving door verweerder gerechtvaardigd is.