In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de huurtoeslag van eiseres, die een schadevergoeding ontving van haar inboedelverzekering na een brand. De belastinginspecteur had deze schadevergoeding meegenomen bij de vaststelling van het vermogen van eiseres, wat leidde tot de terugvordering van huurtoeslag door de Belastingdienst. Eiseres betoogde dat de schadevergoeding buiten beschouwing had moeten blijven bij de berekening van haar recht op huurtoeslag, omdat deze bedoeld was ter compensatie van verloren vermogen in de inboedel. De rechtbank oordeelde dat de schadevergoeding inderdaad niet als bijzonder vermogen in aanmerking genomen had moeten worden, en dat de uitleg van de Belastingdienst tot ongerijmde gevolgen leidde. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en gelastte de Belastingdienst om het griffierecht te vergoeden en de proceskosten te betalen. De uitspraak benadrukt de noodzaak om schadevergoedingen die bedoeld zijn ter compensatie van verloren vermogen niet mee te tellen bij de vaststelling van het recht op huurtoeslag.