In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland geoordeeld over de status van de Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF) als bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de SNPF, die per 1 maart 2017 is opgegaan in de Stichting Pensioenfonds Notariaat, geen bestuursorgaan is voor de rechtshandelingen die zij verricht met betrekking tot het incasseren van premies en het uitkeren van pensioenen. Dit oordeel is gebaseerd op de criteria die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hanteert voor de kwalificatie van privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen aan derden verstrekken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wijzigingsbeslissing van de pensioenreglementen gevolgen heeft voor de premies die deelnemers aan de SNPF moesten afdragen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de goedkeuringsbeslissing van de minister van Veiligheid en Justitie niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Awb, waardoor het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de bepaling dat het bezwaar niet-ontvankelijk is.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met goedkeuringsbeslissingen en de gevolgen daarvan voor de betrokken partijen. De rechtbank heeft ook bepaald dat het betaalde griffierecht aan eiser moet worden vergoed, maar dat er geen proceskostenveroordeling zal plaatsvinden.