Uitspraak
1.De procedure
2.De verdere beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie
3.De beslissing
,te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 4 oktober 2017 een vonnis uitgesproken in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de huur van een standplaats voor een stacaravan. De procedure volgde op een eerder tussenvonnis van 19 juli 2017, waarin de kantonrechter had geoordeeld dat [gedaagde] de huurovereenkomst rechtsgeldig had opgezegd per 31 december 2016. De vordering van [eiser] om een verklaring voor recht te verkrijgen dat door verjaring een zelfstandig recht van opstal was ontstaan, werd afgewezen, evenals de vordering tot ontruiming van het gehuurde. De kantonrechter had [eiser] in de gelegenheid gesteld om de kosten van demontage en verwijdering van de stacaravan te specificeren, maar oordeelde dat de kosten voor herbouw niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Uiteindelijk werd een bedrag van € 1.500,00 als schadeloosstelling toegewezen aan [eiser] voor de demontage en verwijdering van de stacaravan, waarbij [eiser] zelf € 1.500,00 voor haar rekening moest nemen.
In reconventie werd de huurovereenkomst als beëindigd verklaard en werd [eiser] veroordeeld om de standplaats te ontruimen binnen een maand na betekening van het vonnis. Tevens werd een dwangsom van € 250,00 per dag opgelegd voor het geval [eiser] niet aan de ontruimingsverplichting voldeed. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] de proceskosten moest dragen, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het bezwaar van [eiser] tegen de uitvoerbaarheid.