Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
4.De beslissing
spreekt verdachte integraal vrijen
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis.
benadeelde partij niet-ontvankelijkin zijn vordering.
Rechtbank Gelderland
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 20 augustus 2017 in Tiel, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken was bij een aanval op twee slachtoffers met een scherp voorwerp. De officier van justitie stelde dat de verdachte een mes had gebruikt en eiste een gevangenisstraf van zes jaar. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat de verdachte een ploertendoder had gebruikt en niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het letsel van de slachtoffers.
De rechtbank heeft de camerabeelden bekeken en vastgesteld dat de verdachte inderdaad een ploertendoder hanteerde, en niet een mes of ander scherp voorwerp. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte het letsel bij de slachtoffers had veroorzaakt. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor medeplegen, omdat er geen wetenschap was dat de medeverdachte een mes bij zich droeg. De verdachte werd integraal vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
Daarnaast werd de benadeelde partij, slachtoffer 1, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het onder feit 1 tenlastegelegde. De rechtbank benadrukte dat de betrokkenheid van de verdachte bij openlijke geweldpleging niet was tenlastegelegd, maar wel uit de feiten bleek.