Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten beoordeling
3.Het verzoek, het verweer en de beoordeling
trachttete stappen, dat de motorfiets tegelijk met deze poging veel gas gaf en dat de man er niet op was blijven zitten. De aldaar aanwezige Arbeidsinspecteur [persoon in uitoefening] verklaart in een door hem opgestelde schriftelijke verklaring dat de man [verzoeker] de achterkant van de motorfiets pakte of wilde pakken, kennelijk om er achter aan te gaan, en voor de boom liep toen hij werd geraakt. Een andere getuige, [persoon10] , verklaart dat de passagier “nog wilde opstappen”. [persoon2] verklaart dat de man kennelijk niet achter op de motorfiets had kunnen stappen of er weer vanaf gevallen was. [persoon] ten slotte verklaart in zijn relaas zoals weergegeven onder rov. 2.3 dat de [verzoeker] op de motorfiets was gaan zitten achter de bestuurder en hierbij zijn linkerbeen nog op de grond had, dat de bestuurder ineens veel gas gaf en hierdoor hard en onverwachts optrok en dat [verzoeker] door toedoen van de bestuurder van de motorfiets op de grond viel. Dit gebeurde volgens de verklaring van [persoon] allemaal binnen enkele seconden.