Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
sterkevervuiling alsmede de grote hoeveelheid voedingsflessen, oude potgrond en andere gerelateerde omstandigheden kunnen worden verklaard. Dan blijft over de enkele stelling van [Gedaagde] dat hem omstreeks 22 september 2015 door de criminele organisatie die zich met de hennepkweek bezighield is medegedeeld dat ze sedertdien met de hennepteelt zijn gestart. Deze stelling is echter in het geheel niet onderbouwd, terwijl dat wel had mogen verwacht, temeer nu zonder toelichting, die ontbreekt niet goed te volgen is waarom als [Gedaagde], zoals hij erkent, gevraagd is per 1 april 2015 de loods te huren met het doel daar een hennepkwekerij te beginnen, met de start van de kweek nog ruim vijf maanden zou worden verwacht. De rechtbank rekent het [Gedaagde] daarbij aan dat hij zonder nadere redengeving niet bij de in deze zaak gelaste comparitie van partijen aanwezig was om over deze ‘kale’ stelling nadere inlichtingen te kunnen geven en vragen te kunnen beantwoorden, terwijl hij er in het tussenvonnis op is gewezen dat het verstrekken van informatie mede het doel van de comparitie is en dat de rechtbank aan het niet verschijnen de gevolgtrekking kan maken die zij geraden acht. Het gevolg is in dit geval dat de stevig onderbouwde stelling dat drie oogsten hebben plaatsgevonden naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd is weersproken en dat aan verder (tegen)bewijslevering niet meer wordt toegekomen.
1.390,00(2,0 punten × tarief € 695,00)