ECLI:NL:RBGEL:2018:2702
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan bijstandsontvanger wegens schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die bijstand ontving op grond van de Participatiewet (Pw), en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem. De eiser had een boete opgelegd gekregen van € 820,- wegens het niet tijdig melden van zijn inkomsten uit arbeid. Na bezwaar werd de boete verlaagd naar € 670,-. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, stellende dat hij zijn inlichtingenverplichting niet had geschonden en dat de hoogte van de boete onjuist was vastgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in de maanden april tot en met juni 2017 inkomsten uit arbeid heeft genoten, maar deze niet onverwijld heeft gemeld aan verweerder. Hierdoor heeft hij zijn inlichtingenverplichting geschonden, wat leidde tot een onterecht verstrekte bijstandsuitkering van € 1.656,69. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete van € 670,- terecht was, omdat deze was vastgesteld op 50% van het benadelingsbedrag, wat in lijn was met de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB).
De rechtbank concludeerde dat de boete evenredig en passend was, en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser had geen recht op proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.