In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 25 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die onder het regime van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) valt, had een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet ingediend. Deze aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen afgewezen, omdat verzoeker niet had aangetoond dat hij bijstand nodig had. Verzoeker heeft tegen deze afwijzing bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker sinds begin 2018 geen inkomsten heeft en dat er nieuwe schulden zijn ontstaan. Verzoeker heeft verklaard dat hij actief is op social media en bezig is met het opbouwen van een netwerk voor toekomstige werkzaamheden als spreker en schrijver, maar dat hij tijdens de WSNP niet mag werken als zelfstandige. De voorzieningenrechter heeft de belangen van verzoeker en verweerder afgewogen en geconcludeerd dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen inkomsten heeft uit zijn activiteiten. Daarom heeft de voorzieningenrechter het bestreden besluit geschorst en bijstand toegekend aan verzoeker bij wijze van voorschot.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van verzoeker moet worden veroordeeld. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.