Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 6 juli 2018
[X] , te [Z] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, verweerder,
de Staat der Nederlanden (Minister voor Rechtsbescherming), de Staat.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag IB/PVV voor het jaar 2008 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 324.480;
- vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt de Belastingdienst om aan eiser een bedrag aan immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn te betalen van
- veroordeelt de Staat om aan eiser een bedrag aan immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn te betalen van € 167;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van € 500;
- gelast dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 46 vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;