ECLI:NL:RBGEL:2018:3002
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning tegemoetkoming scholieren op basis van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een scholier die een aanvraag voor tegemoetkoming scholieren had ingediend, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (DUO). Eiser had op 14 oktober 2017 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op basis van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS), maar de tegemoetkoming werd door verweerder pas toegekend met ingang van 1 augustus 2017, de startdatum van het schooljaar. Eiser was van mening dat hij recht had op de tegemoetkoming met terugwerkende kracht tot 1 augustus 2016, omdat hij op zijn 18e jaar recht zou hebben op deze tegemoetkoming. Hij voerde aan dat de gebrekkige informatievoorziening van verweerder en zijn verstandelijke beperking hem hadden belet om eerder een aanvraag in te dienen.
De rechtbank overwoog dat de wetgeving en de beleidsregels van de minister bepalen dat de tegemoetkoming niet kan worden toegekend voor een periode die ligt vóór de datum van indiening van de aanvraag. De rechtbank oordeelde dat het beleid van de minister als buitenwettelijk begunstigend beleid moet worden aangemerkt en dat dit beleid terughoudend moet worden getoetst. De rechtbank concludeerde dat de besluitvorming van verweerder in overeenstemming was met het gevoerde beleid en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van de regelgeving af te wijken. Eiser had zelf de verantwoordelijkheid om tijdig informatie in te winnen en had nagelaten iemand in te schakelen om hem te helpen. Het beroep van eiser op de hardheidsclausule werd afgewezen, en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.