Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
“De situatie ter plaatse waar de aanhouding werd gedaan was zodanig dat het extra lang duurde om verdachte aan te kunnen merken als verdachte. Er was geen bereik in de parkeergarage waardoor alles langer duurde. Tevens duurde alles langer door de taalbarrière van de aanwezige betrokkenen.”.Het proces-verbaal vermeldt verder dat verdachte om 23:01 uur op het politiebureau aankwam, dat hij om 23:55 uur werd voorgeleid en dat hij op 3 december 2017 om 03:43 uur werd heengezonden.
Uiterlijk binnen anderhalf uur na het moment waarop de verdachte is gevorderd om mee te werken ...., moet van hem bloed worden afgenomen. Na die termijn mag geen bloed meer van hem worden afgenomen en gaat hij vrijuit, tenzij er sprake is van een bijzondere omstandigheid. Een voorbeeld van een dergelijke omstandigheid is de situatie dat de verdachte ernstige verwondingen heeft opgelopen bij een verkeersongeval en een arts oordeelt dat bij hem tijdelijk geen bloed kan worden afgenomen omdat hij zo snel mogelijk moet worden behandeld. Een bijzondere omstandigheid kan ook zijn dat een arts of verpleegkundige buiten zijn toedoen, bijvoorbeeld omdat hij opgeroepen wordt voor het verrichten van een levensreddende handeling, niet op tijd beschikbaar is. Het enkele feit dat een arts of verpleegkundige tegen de met hem door de politie gemaakte afspraken niet aanwezig is om bloed af te nemen, maakt van die omstandigheid echter geen bijzondere omstandigheid. In het geval waarin de bloedafname bij de verdachte meer dan anderhalf uur na aanvang van de hiervoor genoemde termijn heeft plaatsgevonden, is het van belang dat de bijzondere omstandigheid die daaraan ten grondslag heeft gelegen, in het proces-verbaal wordt opgenomen opdat naderhand kan worden getoetst of inderdaad daarvan sprake is geweest.”.
“Na die termijn mag geen bloed meer van hem worden afgenomen en gaat hij vrijuit (…)”een verbod lijkt in te houden om na 90 minuten nog bloed af te nemen, gaat de politierechter niet van een dergelijk vergaande uitleg uit.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks2 december 2017 te Ede een voertuig, te weten een personenauto heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof en
/ofalcohol als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten alcohol, in combinatie met een
of meerandere van deze aangewezen stoffen, te weten amfetamine terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stof en
/ofalcohol 1,11 milligram ethanol per milliliter bloed en 86 microgram amfetamine per liter bloed bedroeg,
/ofalcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
geldboetevan
€ 675,-- (zeshonderdvijfenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 13 dagen
hechtenis;
ontzegtverdachte
de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 9 (negen) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.