2.6.Met betrekking tot de schuldbekentenis heeft [eiseres] de volgende e-mails verstuurd:
- een e-mail van 19 juli 2013 aan [verweerder] met de volgende passage:
“Hallo [verweerder],
Vreemd dat de notaris jou een schuldbekentenis aan mij laat tekenen, terwijl het z.g. verschuldigde bedrag bij hen binnen was.
Groetjes. Ma
P.S. te zijner tijd zal ik hierover reageren/protesteren naar de notaris,
Ik wens niet dat er ongevraagd schulderkenningen aan mij worden opgemaakt welke niet bestaan. […]”
- een e-mail van 21 augustus 2013 aan [verweerder] met de volgende inhoud:
“Hallo [verweerder],
Voor het geval dat ik er "niet meer ben", hetgeen hopelijk nog wel enige tijd zal duren,
doe ik je de mail toekomen welke ik naar het notariskantoor heb verzonden, aangezien ik van mening ben dat een niet bestaande schuldbekentenis omwille van de financiële administratie van HUN kantoor, niet kan en onjuist is.”
- een e-mail van 21 augustus 2013 van [eiseres] aan [medewerker notariskantoor], verbonden aan notariskantoor Drost en Juten te Den Haag (met een cc aan [verweerder]) die luidt:
“Door Dhr.[verweerder] een schuldbekentenis te laten tekenen, hoewel hij slechts kwam voor een handtekening om de transactie door te kunnen laten gaan tijdens zijn vacantie, is niet juist geweest, ondanks het feit dat [naam 2] dit heeft besproken met Dhr.[verweerder], welke achtergronden consequenties aan Dhr.[verweerder] niet duidelijk waren. […]
Hierbij deel ik U danook mede dat de schuldbekentenis, welke slechts "is opgesteld voor UW financiële administratie" NIET MIJN goedkeuring heeft. Dhr.[verweerder] en ik zullen géén andere, dan wel nadere afspraken maken voor iets wat niet bestaat”.
Een notaris, verbonden aan het notariskantoor Drost en Juten te Den Haag, heeft de akte van levering betreffende het pand aan het adres [adres nieuwe woning] te Den Haag gepasseerd.
- een e-mail van 29 augustus 2013 aan [medewerker notariskantoor], verbonden aan notariskantoor Drost en Juten te Den Haag, met de volgende passage:
“Er is nooit sprake geweest van een schuldbekentenis, welke wel door Uw kantoor werd opgesteld.
Was dit wèl gebeurt, had ik voor het opstellen van een dergelijk document géén toestemming gegeven en dat doe ik nog niet.”
- een e-mail van 29 augustus 2013 aan [verweerder] waarin staat:
“Moet maar even "kijken" om het origineel terug te krijgen, maar de schuldbekentenis is "van de baan".[…]”
In een e-mail van 29 augustus 2013 schrijft [medewerker notariskantoor] voornoemd aan [eiseres]:
“Aan het eind van mijn e-mail van eerder vandaag schrijf ik.
"[…] De bedoelde koppeling is nodig om te voorkomen dat een betalende partij het betaalde bedrag als 'onverschuldigd' terug kan vorderen. Uit de hiervoor bedoelde, door Stichting Eykenburg opgestelde e-mail blijkt naar onze mening voldoende duidelijk dat van onverschuldigde betaling geen sprake kan zijn. De schuldbekentenis is daardoor niet meer nodig.
Ik stel daarom voor dat uw zoon de schuldbekentenis op mijn kantoor komt ophalen, waarbij hij zich zal dienen te legitimeren en voor ontvangst zal dienen te tekenen."
Daarmee is de schuldbekentenis niet meer aan de orde en is het probleem, naar het mij voorkomt, opgelost. […]”