10.1.Eisers betogen dat in het rapport van M-tech niet is onderzocht wat de gevolgen van de hogere geluidsniveaus zijn op de vogelsoorten aalscholver, bergeend, blauwborst, brandgans, dodaars, fuut, goudplevier, grauwe gans, grote karekiet, grutto, ijsvogel, kievit, kemphaan, kleine zwaan, kolgans, krakeend, kuifeend, kwartelkoning, meerkoet, nonnetje, oeverzwaluw, pijlstaart, porseleinhoen, roerdomp, slobeend, smient, tafeleend, toendrarietgans, tureluur, watersnip, wilde eend, wilde zwaan, wintertaling, woudaap, wulp en zwarte stern, evenals op de habitatsoorten zeeprik, rivierprik, elft, zalm, bittervoorn, grote en kleine modderkruiper, rivierdonderpad, kamsalamander, meervleermuis en bever. Volgens eisers moet voor al deze soorten worden nagegaan of sprake is van significante negatieve effecten. Met betrekking tot de meervleermuis voeren eisers voorts aan dat in het “Rapport Effectafstanden Natura 2000” van Arcadis van 18 februari 2014 wordt gesteld dat het niet onaannemelijk is dat de meervleermuis wel gevoelig is voor geluid.
Eisers betogen voorts – onder verwijzing naar het rapport van Arcadis – dat vogels reeds worden verstoord bij een drempelwaarde van 42 dB(A), terwijl in het voorliggende geval sprake is van geluidsniveaus tot 61 dB(A). Volgens eisers bedraagt de effectafstand van het puinbreken bij een bronvermogen van 127 dB(A) 1.480 meter, terwijl deze bij het reeds vergunde bronvermogen van 118 dB(A) slechts 655 meter bedraagt. Gelet op deze toename is sprake van significante negatieve effecten, aldus eisers. Volgens eisers treden deze negatieve effecten ook op als buiten de broedperiode puin gebroken zal worden.
Onder verwijzing naar de memo van ingenieursbureau Aveco de Bondt van 22 augustus 2017 voeren eisers voorts aan dat niet is getoetst aan de uitbreidingsdoelen voor de soorten kwartelkoning en porseleinhoen, dat het gehanteerde broedseizoen niet ruim genoeg is om effecten op alle broedvogels en leefgebieden te voorkomen, dat de effectbeoordeling van het geluid op de slaapplaatsen niet correct is beschreven, dat niet is gekeken naar effecten van lichthinder, dat ten onrechte mitigerende effecten in de voortoets zijn meegenomen en dat geen cumulatieve effecten zijn meegenomen.