ECLI:NL:RBGEL:2018:5165

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 december 2018
Publicatiedatum
4 december 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 474
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag pgb voor training hulphond op basis van Wmo 2015

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een aanvraag had ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor de training van een hulphond, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, dat deze aanvraag had afgewezen. Eiseres, die lijdt aan psychische problematiek, verzocht om financiële ondersteuning voor de training van een hulphond, die volgens haar zou bijdragen aan haar zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag door verweerder is afgewezen op grond dat de hulphond primair een medisch of therapeutisch doel dient en niet direct bijdraagt aan de zelfredzaamheid of participatie van eiseres, zoals vereist onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank oordeelde dat het onderzoek van verweerder naar de aanvraag zorgvuldig en volledig was, en dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden was gebaseerd. Eiseres had aangevoerd dat het onderzoek niet volledig was en dat de hulphond wel degelijk bijdroeg aan haar participatie, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvraag voor het pgb.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: 18/474

uitspraak van de meervoudige kamer van 4 december 2018

in de zaak tussen

[naam 1] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. R. Imkamp),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburgte Elburg, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 juni 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van de training van een hulphond afgewezen.
Bij besluit van 18 december 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2018. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en [naam 2] , begeleider bij hulphondenschool [A] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door C.C. Treurniet.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.
1.1.
Eiseres, geboren op [geboortedatum] 1987, is alleenstaand en woont in een seniorenwoning. Eiseres is al lange tijd bekend met psychische problematiek, bestaande uit stemmings- en angstklachten die gepaard gaan met aanvallen van een gevoel van ontkoppeld te zijn. Tijdens deze aanvallen kan eiseres zelfverwondend gedrag vertonen. Eiseres gebruikt medicatie en volgt al lange tijd behandeling. Eiseres heeft een Wajong-uitkering.
1.2.
Op 25 januari 2017 heeft [naam 3] zich namens eiseres bij verweerder gemeld voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015. Op het meldformulier is aangegeven “hulphond (ptss)”. Op 2 maart 2017 is een Wmo-consulent op huisbezoek geweest bij eiseres. Van dit huisbezoek is een verslag gemaakt. Vervolgens heeft eiseres een aanvraag voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van de training van een hulphond gedaan.
1.3.
De consulent heeft na het huisbezoek en de aanvraag van eiseres informatie ingewonnen bij hulphondenschool [A] en heeft Treve Advies verzocht een medisch advies uit te brengen. Op 26 juni 2017 heeft M.C. Heus, arts bij Treve Advies, gerapporteerd.
2. Verweerder heeft de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat de aangevraagde voorziening in het geval van eiseres buiten de reikwijdte van de Wmo 2015 valt. De hulphond dient vooral een therapeutisch doel. Het bevordert de zelfredzaamheid en participatie van eiseres niet. Dit gebeurt alleen indirect. De hulphond kan signaleren en voorwaarden scheppen die het verrichten van handelingen mogelijk maken, waardoor eiseres haar zelfredzaamheid en participatie kan verhogen. Dit is een indirect gevolg van de inzet van de hulphond , zoals veel therapieën als bijkomend effect hebben dat de zelfredzaamheid en participatie wordt vergroot. Hierdoor kan er geen sprake zijn van een voorziening op grond van de Wmo 2015. Als bijkomende redenen voor de afwijzing heeft verweerder erop gewezen dat uit het advies van Treve blijkt dat eiseres nog niet uitbehandeld is. Ook kan niet met zekerheid gezegd kan worden dat de hulphond daadwerkelijk verbetering van het dagelijks functioneren van eiseres geeft.
3.1.
Eiseres stelt ten eerste dat het door verweerder verrichte onderzoek niet volledig en zorgvuldig is geweest. Niet inzichtelijk is of de arts die het advies heeft opgesteld deskundig is inzake psychiatrie in het algemeen en de problematiek van eiseres in het bijzonder. Daarbij is geen informatie opgevraagd bij de behandelaars van eiseres en kunnen de behoeften van eiseres niet met enkel een huisbezoek door Treve in kaart zijn gebracht.
3.2.
Artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis vergaart omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. Artikel 2.3.2 van de Wmo 2015 geeft voorschriften voor het onderzoek dat door het college dient te worden verricht naar aanleiding van een melding van een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning. Het college onderzoekt daarbij, voor zover hier van belang, overeenkomstig het vierde lid van deze bepaling, de behoeften, persoonskenmerken en de voorkeuren van de cliënt. Vervolgens dient het college een beslissing te nemen of en zo ja in welke vorm een maatwerkvoorziening wordt verstrekt waarmee een passende bijdrage wordt geleverd aan de zelfredzaamheid en/of participatie van de cliënt.
3.3.
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek van verweerder zorgvuldig en volledig is geweest. Na de melding is eiseres thuis bezocht door een Wmo-consulent. Hierbij is onbetwist vastgesteld wat de hulpvraag is, namelijk een financiële tegemoetkoming in de kosten van de training van een hulphond. Vervolgens heeft verweerder informatie ingewonnen bij hulphondenschool [A] en Treve Advies verzocht een deskundig oordeel en advies uit te brengen. Dit advies is door verweerder gevolgd. Blijkens het rapport van 26 juni 2017 heeft medisch adviseur Heus van Treve Advies een huisbezoek bij eiseres afgelegd, het functioneren van eiseres geobserveerd en de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van eiseres samen met eiseres in kaart gebracht. Tevens heeft Heus de medische situatie van eiseres vastgesteld. Heus heeft geen aanvullende medische informatie opgevraagd, omdat de diagnostiek en het behandelbeleid vanuit het eigen onderzoek voldoende duidelijk waren. Eiseres stelt ook niet dat de gestelde diagnose onjuist is. De rechtbank heeft geen reden om aan de deskundigheid van Heus te twijfelen. Heus is een onafhankelijk arts gespecialiseerd in het vertalen van de diagnostiek van cliënten naar de mogelijkheden en/of beperkingen in het dagelijks functioneren. De beroepsgrond slaagt niet.
4.1.
Eiseres voert voorts aan dat uit de aanvraag noch uit het advies van Treve op draagkrachtige wijze kan worden afgeleid dat de inzet van een hulphond in het geval van eiseres een therapeutisch karakter zou hebben. Een hulphond kan eiseres op praktische wijze helpen bij het zo goed mogelijk deelnemen aan de maatschappij ondanks haar psychiatrische problematiek. Het feit dat de hulphond de behandeling aanvult leidt niet tot de conclusie dat de hond zelf een therapeutisch doel dient. Zowel de noodzaak van behandeling als de noodzaak van een hulphond komen voort uit de psychiatrische problematiek van eiseres, maar niet valt in te zien waarom dat problematisch is. Doorslaggevend bij de vraag of een maatwerkvoorziening moet worden verstrekt is het kader van artikel 2.3.2 in samenhang met artikel 2.3.5 van de Wmo 2015 en dat is noch in het advies van Treve noch in het bestreden besluit gehanteerd. Ook de stelling dat de hulphond de participatie niet rechtstreeks verhoogt is onjuist. Er is altijd een middel of handeling nodig om participatie te vergroten.
4.2.
Op grond van artikel 2.3.1 van de Wmo 2015 draagt verweerder er zorg voor dat aan personen die daarvoor in aanmerking komen, een maatwerkvoorziening wordt verstrekt. Artikel 1.1.1 van de Wmo 2015 definieert maatwerkvoorziening als op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen ten behoeve van, voor zover hier van belang, de zelfredzaamheid en de participatie.
4.3.
Ingevolge artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015, beslist verweerder tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening dient een passende bijdrage te leveren aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag geplaatst of de hulphond in het geval van eiseres onder de reikwijdte van de Wmo 2015 valt. Daarbij gaat het er om of het doel van de inzet van de hulphond als zodanig gericht is op het vergroten van de zelfredzaamheid en mogelijkheden tot participatie van eiseres.
4.4.
In het medisch advies is de motivatie van de aanvraag van eiseres als volgt geformuleerd:
“1. Een hulphond kan helpen haar persoonlijke zone te beveiligen door voor of achter belanghebbende te gaan staan. Zij geeft als voorbeeld in een winkel bij een schap. Zij ervaart te dichtbij komende mensen als bedreigend en de hond kan door zijn plaats zorgen voor afstand tussen belanghebbende en derden.
2. Bij het reizen (met het OV) kan een hulphond het optreden van paniekaanvallen signaleren en aandacht vragen, waardoor belanghebbende in het heden blijft en niet afdwaalt in paniek.
3. In het sociaal verkeer kan de hond belanghebbende wegtrekken bij een dreigende ontkoppeling of het ontwikkelen van paniek.
4. In huis kan de hond helpen een aanval van ontkoppeling te voorkomen door aandacht te vragen door te likken of tegen belanghebbende aan te duwen. Belanghebbende kan door angstgevoelens niet goed douchen; in aanwezigheid van de hulphond, die aandacht vraagt en haar in het heden houdt, kan zij aanvallen voorkomen en daardoor kan zij nu al beter douchen.
5. Bij nachtmerries kan de hond belanghebbende in een vroege fase wakker maken, zodat het zo min mogelijk tot verstoring van het nachtritme leidt.”
Uit de brief van mevrouw Xu, psychiater bij GGZ centraal, van 2 augustus 2017 leidt de rechtbank af dat de hulphond eiseres kan helpen om uit dissociaties te komen en te voorkomen dat zij voor zichzelf schadelijk gedrag zoals automutilatie toepast. Dit zal naar verwachting leiden tot minder ziekenhuisopnames en ook meer mogelijkheden om deel te nemen aan de maatschappij. Verder geeft de hond structuur en daginvulling. Dit is ook ter zitting bevestigd.
4.5.
Uit vorenstaande onder 4.4 en hetgeen ter zitting is behandeld leidt de rechtbank af dat in het geval van eiseres de training van de hulphond primair erop is gericht dat de hond leert hoe hij ervoor kan zorgen dat eiseres niet ontkoppelt raakt of paniek ontwikkelt en geen zelfverwondend gedrag gaat vertonen. In de brief van mevrouw Xu wordt weliswaar aangegeven dat als gevolg hiervan de zelfredzaamheid en participatie van eiseres worden vergroot maar de rechtbank acht dit slechts van secundaire betekenis. Naar het oordeel van de rechtbank is met de primaire functie van de hulphond, nadat hij zijn training heeft ontvangen, dan ook een medisch of therapeutisch doel gediend. Dit betekent dat verweerder de aanvraag van eiseres om een pgb voor vergoeding van de kosten van de training van een hulphond op goede gronden heeft afgewezen.
5. De overige grondslagen van het bestreden besluit en de daartegen gerichte beroepsgronden behoeven hiermee geen bespreking meer.
6. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Klein Egelink, voorzitter, mr. E.C.E. Marechal en
mr. E.L. de Jongh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 4 december 2018
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.