ECLI:NL:RBGEL:2019:412
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over de indicatieduur van toegekende jeugdhulp onder de Jeugdwet
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 1 februari 2019, gaat het om een geschil over de indicatieduur van jeugdhulp die is toegekend aan drie minderjarige kinderen, gediagnosticeerd met Autistisch Spectrum Stoornis (ASS) en Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). De eisers, een gezin met vier kinderen, hebben bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders Arnhem, dat hen jeugdhulp in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) voor een periode van zes maanden heeft toegekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat noch de Jeugdwet, noch de lokale verordening een minimumduur voor de indicatie voorschrijft, en heeft de motivering van de verweerder beoordeeld.
De rechtbank concludeert dat de verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de kinderen en dat de motivering voor de duur van zes maanden passend is. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de eisers niet altijd bereid zijn geweest om mee te werken aan evaluatiemomenten, wat het voor de wijkcoaches moeilijk maakt om de voortgang van de jeugdhulp te beoordelen. De rechtbank heeft de beroepen van de eisers ongegrond verklaard, maar gelast dat het door hen betaalde griffierecht wordt vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van een goede motivering bij het toekennen van jeugdhulp en de noodzaak voor betrokkenen om samen te werken aan de evaluatie van de geboden hulp.