Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Niets meer te ontruimen zijnde, heb ik, deurwaarder, de onderhavige bedrijfsruimte afgesloten, waarna ik deze aan requirant heb overgedragen;”
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
[gedaagde]zich op de rolzitting van
6 november 2019bij antwoordakte schriftelijk kan uitlaten over het door [eiser] gedane beroep op matiging van de wettelijke rente en zijn voorwaardelijke beroep op verrekening met de waarborgsom;
[eiser]op te bewijzen dat tussen [gedaagde] en [eiser] is afgesproken dat de huurovereenkomst tussentijds met ingang van 1 november 2009 met wederzijds goedvinden zou eindigen;
6 november 2019schriftelijk kan uitlaten over de vraag hoe hij het bewijs wil leveren;